Hoe kom ik onder een partneralimentatieplicht van 12 jaar uit?

26 juli 2016

Uit cijfers van het CBS blijkt dat in 16% van de echtscheidingsgevallen er partneralimentatie wordt vastgesteld. Dit is een relatief laag percentage, omdat er vaak kinderen in het spel zijn en kinderalimentatie voorrang heeft op partneralimentatie. Pas als er na verdeling van de kosten van de kinderen nog draagkracht over is, kan er partneralimentatie betaald worden. Het komt ook regelmatig voor dat beide ex-partners in hun eigen onderhoud kunnen voorzien of dat degene die in principe partneralimentatie zou kunnen ontvangen hier geen aanspraak op wil maken.

Toch gaan er regelmatig stemmen op het partneralimentatiesysteem te wijzigen. Op 10 mei 2016 heeft mijn collega mr. Nickie Groen een blog geschreven over de achtergronden van partneralimentatie en het Wetsvoorstel Wet Herziening Partneralimentatie. Daaruit kon de conclusie worden getrokken dat vooralsnog de minst verdienende partner na scheiding nog steeds recht heeft op maximaal 12 jaar partneralimentatie. Alleen als het huwelijk niet langer dan vijf jaar heeft geduurd en uit dit huwelijk geen kinderen zijn geboren, geldt de alimentatieplicht voor een termijn gelijk aan de duur van het huwelijk.

Mogelijkheid vaststelling kortere termijn partneralimentatie

Af en toe wordt er al wel geanticipeerd op het initiatiefwetsvoorstel. Onlangs deed het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak in een zaak waarbij er sprake was van een relatief kort huwelijk, maar wel langer dan vijf jaar. Voor beide partners, die al wat ouder waren, betrof het hun tweede huwelijk en er waren geen kinderen uit het huwelijk voortgekomen. Daarnaast heeft het huwelijk niet tot verlies van verdiencapaciteit van een van de partners geleid. Het Gerechtshof heeft naar aanleiding hiervan de aanspraak op partneralimentatie gelimiteerd tot 5 jaar na eindigen van het huwelijk.

In de huidige wet is opgenomen dat de rechter op verzoek de alimentatie kan toekennen onder vaststelling van voorwaarden en van een termijn. Het kan zeker lonen hier onderbouwd een beroep op te doen. Naast bovenstaande omstandigheden kan bijvoorbeeld ook een rol spelen in hoeverre de alimentatiegerechtigde zijn of haar best doet om zelf (meer) inkomsten te gaan verwerven. Er is steeds meer oog voor dat hierin ook een actieve rol van de alimentatiegerechtigde kan worden verwacht.

Mogelijk einde partneralimentatie door grievend gedrag

Niet alleen financiële factoren spelen een rol, maar ook factoren van niet-financiële aard. Grondslag voor de partneralimentatie is de lotsverbondenheid die door het huwelijk is ontstaan en ook na de beëindiging van het huwelijk doorwerkt. De alimentatiegerechtigde kan dusdanig handelen, dat de lotsverbondenheid wordt verbroken en op grond daarvan geen partneralimentatie (meer) hoeft te worden betaald. Dan moet er wel sprake zijn van behoorlijk wangedrag. Het is natuurlijk niet ongebruikelijk dat een echtscheiding gepaard gaat met de nodige emoties en op zichzelf grievende gedragingen. Deze zijn niet direct reden om te zeggen dat de lotsverbondenheid is verbroken. Dit is anders in gevallen van poging tot moord en doodslag, ernstige stalking en smaad of andere ernstige overlast voor de alimentatieplichtige, waardoor bijvoorbeeld ook de bron van inkomsten van de alimentatieplichtige in gevaar komt omdat deze bij de werkgever in diskrediet wordt gebracht. In dergelijke gevallen kan de rechter bepalen dat er een einde is gekomen aan de lotsverbondenheid en dat er daarom geen partneralimentatie meer betaald hoeft te worden.

Einde partneralimentatie bij nieuwe relatie

Het hebben van een relatie met een nieuwe partner kan door de ex natuurlijk ook als grievend worden ervaren. Dit op zich is echter geen omstandigheid die meebrengt dat er geen partneralimentatie meer hoeft te worden betaald. Dit is anders als de alimentatiegerechtigde hertrouwt, een geregistreerd partnerschap aangaat of gaat samenwonen ‘als ware hij/zij gehuwd’. In zo’n geval vervalt de alimentatieverplichting definitief, dus ook als de nieuwe relatie slechts kort standhoudt. Bij hertrouwen of het aangaan van een geregistreerd partnerschap kan er geen discussie bestaan of hiervan sprake is. Bij samenwonen is het echter een stuk lastiger om te bepalen of er sprake is van samenwonen ‘als ware hij/zij gehuwd’. Om te mogen stoppen met betalen moet de alimentatieplichtige aantonen dat er sprake is van een duurzame affectieve relatie van de alimentatiegerechtigde met een nieuwe partner, een gemeenschappelijke huishouding en wederzijdse verzorging.

Conclusie: bespreek relevante omstandigheden met uw advocaat

Al met al zijn er een aantal omstandigheden van diverse aard die er voor kunnen zorgen dat er veel korter dan 12 jaar partneralimentatie hoeft worden betaald. Het is belangrijk relevante omstandigheden met uw advocaat te bespreken, zodat beoordeeld kan worden of er een grond is voor beëindiging van de partneralimentatieplicht.

Meer informatie

Wilt u meer weten over partneralimentatie? Neem dan vrijblijvend contact op met mij of één van onze andere gespecialiseerde familierechtadvocaten. Wij adviseren u graag.

Gerelateerde actualiteiten