Arbeidsongeschikte werknemer door toedoen van een derde? Het bewandelen van de route van artikel 6:107a BW kan lonend zijn!

18 december 2017

Vrijwel iedere werkgever heeft wel eens te maken met een zieke of arbeidsongeschikte werknemer. Deze arbeidsongeschiktheid kan van korte of lange duur zijn, in beide gevallen dient het salaris doorbetaald te worden. Zelfs als er geen zicht is op terugkeer van de werknemer, gaat deze doorbetalingsplicht behoorlijk ver. De werkgever betaalt in ieder geval gedurende 2 jaar minimaal 70% van het salaris van de zieke werknemer door. In bepaalde gevallen biedt de wet de werkgever echter de mogelijkheid om de gemaakte kosten terug te vorderen.

Voor sommige (kleinere) bedrijven betekent de doorbetalingsverplichting, naast eventuele kosten voor een vervangende kracht, een aderlating. Bovendien is de werkgever op grond van de Wet Poortwachter ook nog verplicht om zich gedurende 2 jaar optimaal in te spannen om re-integratie van de zieke werknemer te bevorderen: controle en begeleiding door de Arbodienst, aanpassingen op de werkvloer, trainingen etc. Ook hier zijn vaak forse kosten verbonden.

Maar wat als de arbeidsongeschiktheid het gevolg is van een ongeval of door toedoen van een derde is ontstaan? Bijvoorbeeld wanneer de werknemer betrokken was bij een verkeersongeval en een beenbreuk opgelopen heeft, of door vuurwerk van de buurman blind is geworden, tijdens de zondagse wandeling in het park gebeten is door een hond of het slachtoffer is van een medische misser?

Hier biedt artikel 6:107a BW soelaas. Op grond van dit artikel heeft de werkgever namelijk een rechtstreeks en zelfstandig vorderingsrecht op de aansprakelijke veroorzaker van het letsel (of, indien het gaat om een verkeersongeval, diens WAM-verzekeraar).

Wat kan de werkgever verhalen?

Wanneer de aansprakelijkheid van de betrokken derde partij vaststaat, kan de werkgever het gedurende de arbeidsongeschiktheid netto-doorbetaalde salaris verhalen op de aansprakelijke partij. Het zogenaamde “bruto-deel” valt hier niet onder, het gaat namelijk om een afgeleide vordering, de werkgever kan het bedrag vorderen dat de werknemer gevorderd zou kunnen hebben indien hij/zij geen salaris doorbetaald zou hebben gekregen. De ingehouden loonbelasting, sociale premies, en andere kosten van het loon moet de werkgever dus zelf betalen. Evenals de af te dragen pensioenpremies. [1] Overige kostenposten zoals spaarpremies, 13e maand, bonussen, of werkgeversbijdragen in de leaseauto kan de werkgever in de meeste gevallen daarentegen wel op de aansprakelijke partij verhalen.

Daarnaast is in het tweede lid van artikel 6:107a BW bepaald dat de werkgever tevens alle kosten die gemaakt worden in het kader van de re-integratieverplichtingen (de hierboven reeds genoemde “Poortwachter-verplichtingen”) kan verhalen. Indien de werkgever zich laat bijstaan door een advocaat, kunnen ook de kosten van de advocaat (mits redelijk) verhaald worden op de aansprakelijke partij.

Conclusie

Wilt u meer weten over het regresrecht van artikel 6:107a BW of over uw positie inzake de te verhalen kosten? Neem dan contact op met een van onze specialisten.