Turboliquidatie, kan dat altijd?

4 augustus 2015

De laatste tijd wordt vaak de vraag gesteld: “Ik wil graag snel van de onderneming (een besloten vennootschap) af.” De activiteiten van de onderneming zijn dan al beëindigd en er zijn schulden, maar niet of nauwelijks baten. Men denkt dan aan de turboliquidatie, oftewel het uitschrijven van de vennootschap uit het handelsregister. Dit is slechts in bepaalde gevallen mogelijk. 

Ontbinding van de vennootschap

De aandeelhouders kunnen op een voor hen elk gewenst moment besluiten tot ontbinding van de vennootschap. Hoe dit moet staat vaak vermeld in de statuten van de vennootschap. Nadat het besluit is genomen is de vennootschap per die datum ontbonden. Het bestuur hoeft daarbij in wezen niets te doen. De vennootschap krijgt dan achter haar naam te staan: “in liquidatie”.  Dit moet ook worden ingeschreven in het handelsregister.

De vereffenaar

Vanaf dat moment krijgt de bestuurder vaak een andere functie, namelijk die van de vereffenaar. De vereffenaar is belast met de vereffening van het vermogen van de ontbonden vennootschap. De vereffenaar moet vervolgens inventariseren welke baten en schulden er zijn. Daarna dient hij de baten te gelde te maken. Uit het saldo dat wordt gerealiseerd moeten allereerst de schulden worden betaald. Zodra het vermogen is uitgekeerd en er dus geen baten meer zijn, houdt de vennootschap op te bestaan en zal deze worden uitgeschreven bij de Kamer van Koophandel.

De turboliquidatie is dan een feit. Maar wat te doen als er meer baten dan schulden zijn of omgekeerd. Als de eerste situatie zich voordoet is er geen probleem, er blijft immers geld over. Dat saldo kan worden uitgekeerd zoals in de statuten staat vermeld. Vrijwel altijd komt dit saldo toe aan de aandeelhouders.

Een faillissementsverzoek indienen

Maar zijn er meer schulden dan uit de baten kunnen worden voldaan dan is de vereffenaar verplicht aangifte van faillissement te doen. De vereffenaar moet het faillissementsverzoek indienen bij de rechtbank. Maar al te vaak wordt in deze situatie ook gekozen voor de turboliquidatie en – gelet op de jurisprudentie – met wisselend succes. Er wordt wel gesteld dat wetende dat er geen baten zijn de bestuurder/ vereffenaar het faillissement niet kan aanvragen omdat dit misbruik van bevoegdheid oplevert, en turboliquidatie ook mogelijk is. Anders gezegd, als de bestuurder weet, dat er geen werk te verrichten is voor de curator – de bedrijfsactiviteiten zijn reeds beëindigd – en er zijn geen financiële middelen om het salaris van de curator te voldoen, dan dient de bestuurder zelf de vennootschap ‘op te ruimen’.

Hoewel een curator liever niet wordt geconfronteerd met een lege vennootschap, gaat deze redenering lang niet altijd op. Dat er per datum faillissement geen baten in de vennootschap aanwezig zijn wil nog niet zeggen dat er geen baten in de boedel van het faillissement kunnen vloeien ten behoeve van de schuldeisers. Denk bijvoorbeeld aan de situatie, dat de bestuurder de bedrijfsinventaris heeft verkocht voor een veel te lage prijs, of erger dat de bestuurder geknoeid heeft met de boeken (faillissementsfraude). In beide gevallen kan het betekenen, dat er wel degelijk baten zijn waaruit de schulden kunnen worden betaald. De curator dient een dergelijk onderzoek te verrichten wat achterwege blijft bij een turboliquidatie.

De rechtspraak is al jaren verdeeld over de vraag of het aanvragen van het eigen faillissement wetende dat er geen baten zijn, alleen schulden, misbruik van bevoegdheid oplevert omdat ook de ontbindingsprocedure gevolgd kan worden. De rechtbank Noord-Nederland, locaties Assen en Leeuwarden hebben in 2014 en 2015 een ontbonden vennootschap – middels de turboliquidatie – failliet verklaard, omdat er mogelijk nog baten zijn of komen in (de boedel van) de vennootschap.

Conclusie

Kortom de bestuurder/ vereffenaar neemt een risico indien hij kiest voor de weg van de turboliquidatie terwijl er meer schulden dan baten in de vennootschap aanwezig zijn. Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt, dat het faillissement ook achterwege kan blijven wanneer er met de schuldeisers overeenstemming wordt bereikt.  Als dit is gelukt, houdt de vennootschap eveneens op te bestaan en kan deze worden uitgeschreven uit het handelsregister. Wilt u hier meer over weten dan kunt u gerust contact op met een van mijn collega’s.

Gerelateerde actualiteiten