Het wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen en zorginstellingen

23 juni 2020

Op 28 januari 2020 is in de Tweede Kamer het wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen aangenomen. Dit wetsvoorstel is met name van belang voor stichtingen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen. In eerdere blogs zijn wij reeds in algemene zin ingegaan op de inhoud van het wetsvoorstel en de vraag of invoering aanleiding geeft tot wijziging van uw statuten en meer in het bijzonder, wat dit betekent voor zorginstellingen.

Het doel van het wetsvoorstel

Het wetsvoorstel bestuur en toezicht rechtspersonen is bedoeld om de regelgeving voor het bestuur en toezicht bij de verschillende soorten rechtspersonen aan te vullen, te uniformeren en te verduidelijken. Met de invoering van de Wet bestuur en toezicht in 2013, is de op het bestuur en de raad van commissarissen van de B.V. en N.V. van toepassing zijnde regelgeving vernieuwd en geüniformeerd. Met het huidige wetsvoorstel wordt beoogd dit nu eveneens te regelen voor stichtingen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen.

Wat is de huidige status en wanneer treedt het wetsvoorstel in werking?

De Eerste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) heeft op 31 maart 2020 een voorlopig verslag uitgebracht ten aanzien van het wetsvoorstel. Hierin zijn een aantal vragen gesteld aan de Minister van Rechtsbescherming, waaronder ten aanzien van de ontstaansgrond van het wetsvoorstel alsmede over de proportionaliteit ervan voor kleine stichtingen en verenigingen.

Daarnaast hebben de leden van de fractie van de ChristenUnie aangegeven het wetsvoorstel mede te zien als een antwoord van de regering op eerdere ernstige voorvallen van verspilling van publieke middelen of wanbeleid in, onder andere, de zorg. Hoewel zij het bestaan van specifieke sectorale wetgeving erkennen, stellen zij de vraag waarom een raad van toezicht niet verplicht wordt gesteld, terwijl in veel stichtingen en verenigingen substantiële bedragen omgaan die voortkomen uit publieke middelen, daarbij verwijzend naar de casus van thuiszorgorganisatie Privazorg (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, Onderzoek PrivaZorg (Utrecht 2019).

Het wachten is op de reactie van de Minister in de vorm van de Memorie van Antwoord. Na de reactie van de Minister zal het wetsvoorstel in de Eerste Kamer worden behandeld. Indien het wetsvoorstel wordt aangenomen, zal de inwerkingtreding in gang worden gezet.

Meer informatie of vragen

De Minister heeft toegezegd om bestaande stichtingen en verenigingen actief te informeren over de invoering van het wetsvoorstel. Voor meer informatie over de inhoud van het wetsvoorstel of de inwerkingtreding kunt u natuurlijk ook contact opnemen met een van de (kandidaat-)notarissen van DeHaan Advocaten en Notarissen.

Gerelateerde actualiteiten