Bestuurdersaansprakelijkheid – deel I

7 februari 2018

Ondernemen is risico’s lopen. Wanneer u als ondernemer alle risico’s in het leven uit de weg gaat, zult u het niet ver brengen. Toch is de mens in de kern risicomijdend ingesteld. Ondernemers vormen hierop geen uitzondering.

Een ondernemer zal voorafgaand aan de start van zijn onderneming ter voorbereiding veelal eerst in gesprek gaan met een bedrijfsadviseur of een accountant. Daarbij zal ongetwijfeld ook de vraag aan bod komen wat de risico’s zijn van een eigen onderneming en hoe die risico’s zoveel mogelijk voorkomen kunnen worden. Dit speelt met name een rol bij de keuze van de (rechts-) vorm van de onderneming. Het is bijvoorbeeld mogelijk als “eenmanszaak” van start te gaan, maar iemand kan er ook voor kiezen een BV of een NV op te richten. Omdat de NV – de zogenaamde “naamloze vennootschap” – in de praktijk weinig voorkomt, zal ik daar echter niet op ingaan.

Aansprakelijkheid binnen diverse ondernemingsvormen

Als de ondernemer gaat samenwerken met anderen kan ook gekozen worden voor de vennootschap onder firma (v.o.f.) of een commanditaire vennootschap (cv). Een startende ondernemer staat dus voor de vraag of hij als eenmanszaak van start gaat – of bij samenwerking met anderen kiest voor een v.o.f. of cv – of toch een BV opricht. Als de keuze uitvalt in het voordeel van de eenmanszaak, zal dat vaak vanuit een fiscaal perspectief te verklaren zijn. Met name in de opstartfase van een bedrijf zijn de fiscale startersvoordelen een argument om voor een eenmanszaak te kiezen. Zeker als de verwachting bestaat dat de winsten in beginsel niet erg hoog zullen zijn. De keuze voor een v.o.f. is vaak gelegen in het feit dat samen gewerkt wordt met anderen. De keuze voor een BV is vaak ingegeven door het argument dat daarmee risico’s met betrekking tot aansprakelijkheid worden voorkomen. Maar is het wel zo dat u van alle mogelijke risico’s verlost bent als u uw onderneming drijft in de rechtsvorm van een BV? In een viertal blogs zal ik uitleggen dat dit niet altijd het geval is. In deze eerste blog zal ik in hoofdlijnen toelichten wat op het gebied van aansprakelijkheid het verschil is tussen de eenmanszaak, de v.o.f., de cv en een BV.

Simpel gezegd wordt de ondernemer bij een eenmanszaak vereenzelvigd met de onderneming. De ondernemer is met zijn privévermogen volledig aansprakelijk voor al het reilen en zeilen met zijn onderneming. Bij de v.o.f. heeft de v.o.f. weliswaar een eigen afgescheiden vermogen, maar zijn de firmanten daarnaast persoonlijk aansprakelijk. Bij de cv zijn er beherende en stille vennoten. De beherende vennoten handelen namens de cv. De stille vennoten doen dat niet en zijn in wezen enkel geldschieter. De beherende vennoten zijn op dezelfde wijze aansprakelijk als de firmanten van een v.o.f. De stille vennoten zijn alleen verantwoordelijk met het bedrag dat zij in de cv hebben ingebracht. Ook in het geval er een v.o.f. of cv wordt opgericht, kunnen de firmanten van de v.o.f. en de beherende vennoten van de cv dus in hun privévermogen worden aangesproken voor de schulden van de v.o.f. of de cv. Zowel bij de eenmanszaak als bij de v.o.f. en cv loopt de ondernemer dus risico met zijn volledige privévermogen.

Wanneer een BV wordt opgericht ontstaat er daarentegen naast de ondernemer een geheel andere papieren entiteit. In juridisch jargon wordt dat een “rechtspersoon” genoemd. Deze rechtspersoon heeft een eigen vermogen en kan zelfstandig deelnemen aan het rechtsverkeer. Zoals een mens van vlees en bloed in het rechtsverkeer als een “rechtssubject” wordt gekwalificeerd, geldt dat ook voor de rechtspersoon. De eigena(a)r(en) van zo’n rechtspersoon is (zijn) de aandeelhouder(s). De personen die feitelijk namens de rechtspersoon handelen, worden de bestuurders genoemd. Zij dienen als zodanig in het handelsregister ingeschreven te worden. In de praktijk doet de situatie zich vaak voor dat de hoedanigheid van (enig) grootaandeelhouder en bestuurder verenigd is in één en dezelfde persoon. Dan wordt er gesproken van een directeur-grootaandeelhouder (DGA).

De wettelijke benaming van de BV is de “Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid”. In de toevoeging “beperkte aansprakelijkheid” schuilt het voordeel dat veel ondernemers doet kiezen voor de BV als rechtsvorm van hun onderneming. Wanneer de onderneming de rechtsvorm van een BV krijgt, is de ondernemer (dus de aandeelhouder en/ of de bestuurder) niet langer aansprakelijk voor schulden van de onderneming met zijn privévermogen. Wanneer een klant van de ondernemer dus zaken doet met diens rechtspersoon, kan deze klant enkel aankloppen bij de BV en dus bijvoorbeeld geen verhaal halen op het privévermogen van de ondernemer als de situatie daar voor deze klant aanleiding toe geeft. Deze bescherming van het privévermogen van de ondernemer zal voor veel ondernemers een belangrijke reden zijn om zijn of haar onderneming middels een BV te exploiteren.

Toch bestaan er mogelijkheden dat de ondernemer in privé wordt aangesproken voor aangelegenheden die betrekking hebben op zijn onderneming, ondanks dat hij de onderneming drijft middels een BV. De ondernemer is meestal de persoon die feitelijk namens de onderneming handelt, de hiervoor genoemde bestuurder. Als bestuurder van de BV kan de ondernemer onder omstandigheden in privé aansprakelijk worden gehouden voor de handelingen die hij als bestuurder heeft verricht op grond van wat in het juridische jargon “bestuurdersaansprakelijkheid” wordt genoemd. Deze bestuurdersaansprakelijkheid komt in een aantal varianten voor. Ik zal de meest voorkomende varianten in mijn volgende blogs bespreken. Maar ik kan alvast wel verklappen dat u bij het oprichten van een BV niet van alle risico’s met betrekking tot aansprakelijkheid verlost bent!