De ANBI-status van zorginstellingen; aandachtspunt bij (her)structureren

24 juni 2020

In veel sectoren, waaronder de zorg, wordt gebruikt van gemaakt van de zogenaamde ANBI-status. Een instelling kan bij de Belastingdienst een verzoek indienen om zich als algemeen nut beogende instelling (ANBI) aan te doen merken. Dit biedt de instelling met name fiscale voordelen.

Fiscale voordelen

Het hebben van de ANBI-status heeft voor instellingen onder meer de navolgende fiscale voordelen:

  • een ANBI hoeft geen erfbelasting te betalen over erfstellingen en legaten die zij ontvangt;
  • als een ANBI zelf schenkingen doet in het algemene belang, dan hoeft de ontvanger geen schenkbelasting te betalen;
  • donateurs van een ANBI mogen hun giften aftrekken van de inkomsten- of vennootschapsbelasting;
  • een ANBI komt in aanmerking voor teruggaaf van energiebelasting.

Voorwaarden

Om in aanmerking te komen voor de ANBI-status moet de instelling voldoen aan meerdere voorwaarden. Deze voorwaarden zijn gepubliceerd op de website van de Belastingdienst.

Verlies ANBI-status; terugwerkende kracht

Indien de instelling niet meer aan één of meer van de vorenbedoelde voorwaarden voldoet, kan dit een grondslag zijn voor verlies van de ANBI-status. De instelling is verplichting hiervan melding te doen aan de Belastingdienst.

In de praktijk geldt dat de Belastingdienst te weinig personeel heeft om voor alle ANBI’s na te gaan of zij nog voldoen aan alle voorwaarden. Dit kan erin resulteren dat pas na een aantal jaar wordt geconstateerd dat de instelling niet meer voldoet aan de voorwaarden voor de ANBI-status. Dit heeft tot gevolg dat de ANBI-status met terugwerkende kracht wordt ingetrokken, met alle (fiscale) gevolgen van dien.

Herstructurering en de gevolgen voor de ANBI-status

Indien een ANBI of een daaraan gelieerde instelling betrokken is bij een herstructurering, kan dit gevolgen hebben voor de ANBI-status. Zo blijkt onder andere uit een recent gepubliceerde uitspraak van de Rechtbank Den Haag.

In de casus die aanleiding gaf tot vorenbedoelde uitspraak had een stichting (ANBI) die werkzaam was in de gezondheidszorg, al haar activiteiten via een juridische afsplitsing ondergebracht in drie verschillende besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (BV’s). De stichting was enig aandeelhouder en enig bestuurder van alle drie de BV’s. Na deze inbreng waren de activiteiten van de stichting beperkt tot het bepalen van het beleid van de BV’s en de uitvoering daarvan. Daarnaast was de stichting belast met de taken op concernniveau, waaronder het financieel- en personeelsmanagement, de directievoering en het overleg met zorgautoriteiten en andere instellingen die actief zijn binnen de zorgsector. Tot slot stelde de stichting een ziekenhuisgebouw en de apparatuur ter beschikking aan de BV’s.

Naar aanleiding van deze herstructurering heeft de Belastingdienst de ANBI-status van de stichting ingetrokken. Volgens de inspecteur is de stichting namelijk niet meer rechtstreeks werkzaam in het algemeen belang, een van de voorwaarden voor de ANBI-status. De stichting is het hier niet mee eens en voert aan dat zij na de herstructurering nog altijd het algemeen belang dient, zij het in de vorm van beheersinstelling/moederinstelling. Daarnaast is de stichting van mening dat de feitelijke werkzaamheden van het concern of de groep als zodanig niet zijn gewijzigd en dat nu de stichting enig aandeelhouder/bestuurder van alle BV’s is, door de BV’s moet worden heen gekeken. De stichting is aldus van mening dat de werkzaamheden van de BV’s aan haar kunnen worden toegerekend en dat zij hiermee alsnog voldoet aan de voorwaarden voor de ANBI-status.

De Rechtbank Den Haag is het met de inspecteur van de Belastingdienst eens. In dit kader geeft de rechtbank aan dat ondanks uit de statuten van de stichting voortvloeit dat haar doelstelling is gericht op het verlenen en bevorderen van een goede gezondheidszorg, dit niet voldoende is voor de ANBI-status. Uit de jurisprudentie en de parlementaire geschiedenis vloeit voort dat naast de doelstelling van de instelling de feitelijke activiteiten van die instelling het algemeen nut rechtstreeks moeten dienen. Volgens de rechtbank is dat hier niet het geval nu de stichting slechts optreedt als beheersinstelling/moederinstelling. Dat de beheersactiviteiten van de stichting onontbeerlijk zijn voor de uitvoering van de BV’s van hun werkzaamheden binnen de gezondheidszorg, maakt niet dat die activiteiten van de stichting transformeren in (rechtstreekse) activiteiten op het vlak van de gezondheidszorg.

De rechter gaat daarnaast niet mee in de doorkijkbenadering of groepsbenadering die was aangevoerd door de stichting. Het gaat bij het beoordelen van de ANBI-status puur om de activiteiten van die instelling zelf.

Conclusie

Het herstructureren kan vergaande gevolgen met zich meebrengen voor een instelling met een ANBI-status. Zorginstellingen zullen hierop bedacht moeten zijn en de mogelijke gevolgen van een beoogde herstructurering voor de ANBI-status vooraf in kaart moeten brengen, om niet voor vervelende verrassingen te komen te staan.

Meer informatie of vragen

Voor meer informatie over (het aanvragen van) een ANBI-status, een (her)structurering dan wel de gevolgen hiervan kunt u altijd contact opnemen met de specialisten van De Haan Advocaten & Notarissen. Onze advocaten en notarissen hebben ruime ervaring met (zorg-)ANBI en (her)structureringen binnen de gezondheidszorg en zijn u hierbij graag van dienst.

Gerelateerde actualiteiten