De wettelijke gemeenschap van goederen gaat veranderen!

30 maart 2017

Op 28 maart 2017 is in de Eerste Kamer het wetvoorstel om de wettelijke gemeenschap van goederen te beperken, aangenomen. Weliswaar werd het voorstel met een minimale meerderheid aangenomen, 38 leden van de Eerste Kamer stemden voor en 37 leden stemden tegen, dát de nieuwe wet er komt is een feit. De nieuwe wet zal op 1 januari 2018 in werking treden en heel misschien zelfs al wel op 1 juli 2017. Wat betekent dit voor stellen die gaan trouwen, mensen die gaan scheiden en wat is het verschil met hoe het nu is?

Hoe is het nu geregeld?

Als een stel gaat trouwen en niet vooraf huwelijkse voorwaarden bij de notaris op laat stellen, dan ontstaat er een wettelijke gemeenschap van goederen. Vanaf het moment dat het huwelijk wordt voltrokken zijn alle bezittingen én schulden gemeenschappelijk. Ook schenkingen en erfenissen vallen in de gemeenschap van goederen, tenzij de schenker of erflater heeft bepaald dat dit niet zo is. 

Wat gaat er (onder andere) veranderen?

Stellen die trouwen na het in werking treden van de nieuwe wet en geen huwelijkse voorwaarden laten opstellen, houden ieder een eigen vermogen. Enkel dat wat vóór het huwelijk al van hen samen was (zowel bezittingen als schulden) en alles wat na de huwelijksdatum wordt verkregen, opgebouwd of ontstaat is gezamenlijk. Met andere woorden: wat van de één was voor het huwelijk blijft van de één en wat van de ander was blijft van de ander. En ook schenkingen en erfenissen vallen niet meer in de huwelijksgemeenschap als er niks geregeld wordt. 

Voor wie geldt de nieuwe wet?

De beperkte gemeenschap van goederen zal gelden voor stellen die trouwen nadat de nieuwe wet in werking is getreden. Voor bestaande huwelijken en alle huwelijken die tussen nu en het in werking treden van de wet voltrokken worden, geldt de huidige gemeenschap van goederen. 

Wil men dit niet, dan zullen er huwelijkse voorwaarden moeten worden opgesteld.

Waar moet op gelet worden?

Misschien nog wel meer dan nu moeten stellen die willen trouwen zich afvragen of zij willen dat er een gemeenschappelijk vermogen ontstaat of niet. Doen zij niets, dan ontstaan er drie vermogens: het vermogen van de ene partner, het gemeenschappelijke vermogen en het vermogen van de andere partner.

Als er bijvoorbeeld in het licht van een echtscheiding onduidelijkheid bestaat over of iets van de ene echtgenoot of van de ander en er kan niet worden aangetoond van wie het is, dan wordt het als gemeenschappelijk beschouwd. Dat betekent dus dat in ieder geval van de zaken waarvan men niet wil dat die als gemeenschappelijk worden aangemerkt, moet kunnen worden aangetoond dat het privévermogen is. 

En ook bij het opstellen van een testament of het doen van een schenking moet nog steeds goed worden nagedacht of de gift of nalatenschap in een gemeenschap mag vallen. Als bijvoorbeeld een erfgenaam al zonder het opstellen van huwelijkse voorwaarden getrouwd was voordat de nieuwe wet in werking treedt, dan valt een erfenis in beginsel toch in de gemeenschap ook al wordt het testament pas na het inwerking treden van de nieuwe wet opgesteld.

Tot slot

Nieuwe wetten brengen altijd onduidelijkheid met zich mee. Helemaal als het gaat om grote gebeurtenissen in het leven als trouwen of overlijden, is het belangrijk om alles goed geregeld te hebben. Gelukkig kunnen mijn collega’s en ik u meer vertellen over de wetwijziging en de gevolgen voor uw persoonlijke situatie. Neemt u dan ook gerust en vrijblijvend contact op met mij of met een van mijn collega advocaten of notarissen als u vragen heeft over dit onderwerp.