De zorgverlener en de nieuwe klachtwet

18 juli 2016

Op 1 januari 2016 is de nieuwe kwaliteits- en klachtwet voor de gezondheidszorg ‘Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg’ (Wkkgz) in werking getreden. Voor u als zorgverlener heeft deze wet aanzienlijke gevolgen.

Zorgverlener én zorgaanbieder

Het is mogelijk dat u zowel zorgverlener als zorgaanbieder bent. Dat is het geval wanneer u solistisch werkt. De wet definieert de zorgaanbieder als een instelling dan wel een solistisch werkende zorgverlener en definieert de zorgverlener als een natuurlijke persoon die beroepsmatig zorg verleent. Als u naast zorgverlener ook zorgaanbieder bent, moet u, individueel of samen met anderen, voldoen aan alles wat de Wkkgz u in die hoedanigheid oplegt. In ieder geval moet er zijn voorzien in een klachtenregeling, een klachtenfunctionaris en een door de minister erkende geschilleninstantie. Omdat de meeste beroeps- en ledenverenigingen ruim aandacht besteden aan die vereisten van de Wkkgz, ga ik daar in deze blog niet verder op in. Maar, wees alert! 

Het begrip zorgverlener omvat niet alleen medici en andere BIG-geregistreerden, maar ook personen die beroepsmatig andere zorg verlenen dan de zorg omschreven in de Wet BIG. Daardoor vallen ook alternatieve zorgverleners onder het toepassingsbereik van de Wkkgz.

Klacht bij klachtenfunctionaris

De drempel om een klacht in te dienen is met de invoering van deze wet voor de belanghebbende burger aanzienlijk lager geworden. Bij onvrede over de behandeling en/of bejegening door een zorgverlener kan de klager zich met een klacht, al dan niet gepaard gaande met een schadeclaim, wenden tot de desbetreffende klachtenfunctionaris. Deze klachtenfunctionaris heeft een belangrijke rol in het wegnemen van de ontstane onvrede. Hij kan een bemiddelende rol vervullen of partijen helpen bij het zoeken naar een bevredigende oplossing. De behandeling van de klacht moet, aldus de Wkkgz, leiden tot een oordeel van de zorgaanbieder over de klacht. In dit oordeel hoeft niet perse een knoop te worden doorgehakt. Het mag ook inhouden dat de klacht door partijen is besproken en dat deze naar hun tevredenheid is opgelost of dat er sprake is van een nader omschreven meningsverschil dat tussen partijen is blijven bestaan. Is de klager niet tevreden met het oordeel, dan is er sprake van een geschil en kan hij naar de geschilleninstantie stappen.

Geschil bij geschilleninstantie

De geschilleninstantie heeft als taak geschillen te beslechten, zo mogelijk door een schikking via bijvoorbeeld mediation en zo nodig door het geven van een oordeel. In dit laatste geval is zij bevoegd over het geschil een uitspraak te doen bij wege van bindend advies. Dit betekent dat partijen verplicht zijn een dergelijke uitspraak na te komen. Ook bij de geschilleninstantie kan een patiënt, cliënt of nabestaande een vergoeding voor geleden schade claimen. De geschilleninstantie is bevoegd zo’n vergoeding, bij wege van bindende advies, toe te kennen tot ten minste een bedrag van € 25.000,-. De klager hoeft voor een dergelijk schadebedrag dus niet meer naar de rechter.

Slechts in een aantal specifieke, in de wet beschreven, gevallen mag een belanghebbende burger zich rechtstreeks en buiten de klachtenregeling om tot de geschilleninstantie wenden.

Klacht sluit tuchtklacht niet uit

De belanghebbende burger houdt het recht tegelijkertijd of naderhand een tuchtklacht in te dienen of naar de rechter te stappen. Het is zaak dit niet uit het oog te verliezen wanneer u als zorgverlener met een klacht wordt geconfronteerd. Een de-escalerende opstelling is altijd verstandig, maar in veel gevallen kan het ook uitermate nuttig zijn om, alvorens op de klacht te reageren, een inschatting te maken van de eventuele tuchtrechtelijke impact van de desbetreffende klacht.

Meer informatie? Advies?

Wilt u een goede inschatting kunnen maken van de impact van een klacht? Wilt u erger voorkomen? Wilt u meer informatie over de Wkkgz? Wilt u meer weten over medisch tuchtrecht?  Neem dan vrijblijvend contact met ons op. Wij adviseren u graag.