Drugspanden, de burgemeester en de verhuurder

7 mei 2020

Met enige regelmaat verschijnen er nieuwsberichten over het ontmantelen en ‘oprollen’ van hennepkwekerijen en drugslaboratoria. Niet zelden zijn de kwekerijen en laboratoria gevestigd in verhuurde panden. In deze blog zal ik beschrijven welke mogelijkheden u als verhuurder heeft om de huurovereenkomst in dergelijke gevallen te beëindigen.

Strijd met goed huurderschap

Het uitgangspunt bij iedere huurovereenkomst is dat de huurder zich dient te gedragen als een goed huurder. Het behoeft geen betoog dat het aanleggen en exploiteren van een drugslab en/of kwekerij niet kwalificeert als goed huurderschap. Bovendien rijst de vraag of het gebruik van het gehuurde als drugspand wel in overeenstemming is met de in de huurovereenkomst beschreven bestemming. Het gebruik in strijd met deze contractuele bestemming geldt eveneens als tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen van de huurder. Mocht uw huurder zich bezighouden met de exploitatie en/of handel in drugs, dan is dat dus een geldige reden om de huurovereenkomst op te zeggen, dan wel te ontbinden. Volgens het systeem van de wet dient de rechter uiteindelijk de ontbinding van de overeenkomst uit te spreken. In geval van ernstige tekortkomingen is ontruiming in kort geding, vooruitlopend op de ontbinding van de huurovereenkomst, een mogelijkheid zodat er sneller duidelijkheid is over het einde van de huurovereenkomst. In dat geval moet u tevens aantonen dat u een spoedeisend belang heeft bij ontruiming.  

Sluiting pand op last van de burgemeester

Steeds vaker komt het voor dat de burgemeester het pand waarin het drugslab is aangetroffen sluit. Per 1 januari 2019 is de sluitingsbevoegdheid van de burgemeester van drugspanden verruimd in die zin dat panden ook gesloten kunnen worden in het geval er in het pand voorbereidingshandelingen voor drugshandel plaatsvinden. Deze verruiming maakt het mogelijk om panden in een eerder stadium te sluiten. Voor verhuurders kan de sluiting van het pand op last van de gemeente bijzonder nadelig zijn, nu u als verhuurder (ook) niet mag beschikken over het pand.

Wanneer een pand door het bevoegde gezag is gesloten bestaat de mogelijkheid om buitengerechtelijk te ontbinden. De wetgever heeft gemeend dat in geval van sluiting van het pand de beëindiging van de huurovereenkomst eenvoudiger (en sneller) te realiseren moet zijn. Wanneer uw pand op last van de burgemeester is gesloten kunt u de huurovereenkomst buitengerechtelijk ontbinden. Het verschil met de hierboven genoemde situatie is dat de ontbinding in dit geval niet door de rechter hoeft te worden uitgesproken en dat maakt dat er in geval van buitengerechtelijke ontbinding sneller duidelijkheid is over het einde van de huurovereenkomst. Voorwaarden voor een rechtsgeldige buitengerechtelijke ontbinding zijn dat het bericht van de ontbinding de huurder moet hebben bereikt en dat de mededeling van de ontbinding wordt gedaan terwijl het pand (nog) gesloten is. Als het pand weer is geopend, is buitengerechtelijke ontbinding geen mogelijkheid meer en resteert de hiervoor beschreven route van ontbinding via de rechter.

Indien u als verhuurder geconfronteerd wordt met de sluiting van uw pand, neemt u dan zo spoedig mogelijk contact met ons op, zodat wij een correcte ontbinding van de huurovereenkomst voor u kunnen verzorgen. Als u als verhuurder kunt aantonen dat de huurovereenkomst inmiddels is beëindigd, biedt dit mogelijkheden om in overleg met de burgemeester te treden over de heropening van het pand.  

Gerelateerde actualiteiten