Update stikstof

13 januari 2020

Waar stikstof eerder voor menigeen een begrip was dat met scheikunde te maken had, maar geen invloed had op het dagelijks leven, is dat nu veranderd en gaat er amper een dag voorbij dat stikstof niet in het nieuws is. Naast nieuws over demonstraties, is er ook nieuws over recente juridische ontwikkelingen.

In deze blog ga ik kort in op de nieuwe provinciale beleidsregels en de noodwet stikstof. Deze blog geeft de highlights uit deze regelgeving weer.

Regelgeving stikstof

Eerder schreef ik al een blog over de ‘stikstof jurisprudentie’. Voor uitleg over de uitspraken van 29 mei jl. van de Afdeling verwijs ik naar die bijdrage.

De uitspraken van de Afdeling op 29 mei jl. leidden er in de praktijk toe dat vergunningverlening stilstond. Met de nieuwe regelgeving hoopt de regering de vergunningverlening weer op gang te helpen.

Provinciale beleidsregels intern en extern salderen

Door alle provincies, op Friesland na, zijn beleidsregels vastgesteld omtrent het intern en extern salderen. De beleidsregels vindt u hier. De verwachting is dat ook de provincie Friesland op korte termijn de beleidsregels zal vaststellen.

Aanleiding voor deze beleidsregels is de vergunningverlening zo snel mogelijk weer op gang te brengen. De provincie hanteert echter strikte voorwaarden voor het intern en extern salderen.

Intern salderen houdt in dat binnen een activiteit de toename van stikstofemissie wordt opgelost, doorgaans door stikstofreducerende maatregelen te treffen.

Aan intern salderen is een aantal voorwaarden verbonden. Zo is van belang dat alleen feitelijk gerealiseerde vergunde capaciteit kan worden gebruikt voor het salderen. Dat houdt in dat indien eerder een uitgebreidere vergunning is gevraagd, dan de situatie die feitelijk is gerealiseerd, de ongebruikte vergunde ruimte vervalt. Uitzondering hierop is wanneer bijvoorbeeld kan worden aangetoond dat al wel concrete stappen waren gezet met het oog op volledige realisatie. Een andere uitzondering geldt voor bijvoorbeeld de aanleg van wegen, vaarwegen of spoorwegen of voor de bouw van woningen.

Verder is van belang dat deze vergunde ruimte zonder nadere natuur- of omgevingsvergunning gebruikt kon worden.

Extern salderen betekent dat een bedrijf dat ‘stikstofruimte heeft’ (deels) stopt, de stikstofactiviteit kan overdragen aan een ander. Ook hierbij geldt een aantal voorwaarden, zoals dat de stikstofruimte meteen kan worden aangewend, zonder dat een nadere vergunning nodig is. Ook is van belang dat alleen de ruimte die feitelijk is gerealiseerd, kan worden gebruikt. Van deze feitelijk gerealiseerde ruimte kan vervolgens maar 70% worden gebruikt (de overige 30% ‘komt toe aan de natuur’). Uitzonderingen voor weg- of woningbouw zoals bij intern salderen besproken, gelden niet voor extern salderen.

Al met al is intern en met name extern salderen in de praktijk best lastig, niet in de laatste plaats omdat bij extern salderen voldoende ‘stikstofruimte’ moet worden verkregen op alle Natura2000 gebieden waarop het project een significant effect heeft. Dit kan er één zijn, maar afhankelijk van de locatie kunnen dit er ook drie zijn. In dat geval zal voor alle drie locaties voldoende ruimte moeten worden verkregen.
 

Spoedwet aanpak stikstof

Inmiddels heeft zowel de Tweede als de Eerste kamer voor de ‘Spoedwet aanpak Stikstof’ (hierna: de Spoedwet) gestemd. Het wetsvoorstel zoals dat is aangenomen, vindt u hier. De Spoedwet is eigenlijk geen op zichzelf staande wet, maar wijzigt andere wetten, met name de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb). Er zijn enkele belangrijke maatregelen die middels deze Spoedwet worden mogelijk gemaakt. Daarvan behandel ik er hierbij een paar.

In de wet is onder andere opgenomen dat bij provinciale verordening of bij ministeriële regeling een drempelwaarde kan worden vastgesteld. De Raad van State heeft in haar advies over de Spoedwet opgenomen dat een drempelwaarde bij voorkeur regionaal wordt vormgegeven. Dit advies vindt u hier. Het zal daardoor niet gaan om een generieke drempelwaarde. Of de drempelwaarde daadwerkelijk wordt ingevoerd, hangt af van of er stikstofruimte kan worden gecreëerd en daarvoor is een stikstofregistratiesysteem noodzakelijk. De Spoedwet voorziet ook in mogelijkheden om een dergelijk systeem vorm te geven. Zowel de drempelwaarde en dit registratiesysteem zijn op dit moment nog in de ontwikkelfase. De bedoeling is om in elk geval zo spoedig mogelijk de stikstofruimte die vrijkomt door de verlaging van de snelheid op snelwegen (zie later in deze blog), te verdelen over projecten die onder deze drempelwaarde blijven.

Een andere oplossing die de regering middels de Spoedwet wil aangrijpen, is het aanpassen van veevoer, door op die manier de stikstofuitstoot door veehouderijen te beperken. De Spoedwet past ook de Wet Dieren aan en geeft de mogelijkheid om bij ministeriële regeling de samenstelling van diervoeders te regelen, in het belang van de bescherming van het milieu.

Ten slotte is in de Spoedwet opgenomen dat plannen of projecten waarvan op grond van objectieve gegevens kan worden uitgesloten dat zij significante negatieve gevolgen kunnen hebben voor de natuurlijke kenmerken van een Natura 2000-gebied niet onder de vergunningplicht van de Wnb vallen.

Verlaging snelheid

De aangekondigde verlaging van de snelheid van 130 naar 100 km per uur op snelwegen wordt in een apart verkeersbesluit geregeld, en is niet opgenomen in de Spoedwet stikstof.

Conclusie

De Regering heeft met diverse maatregelen getracht voldoende mogelijkheden te geven om de stilstand in de vergunningverlening weer op gang te helpen. Veel maatregelen moeten echter nog worden uitgewerkt en hoe dit er in de praktijk uit komt te zien, is nog de vraag.

Heeft u vragen over de stikstof problematiek? Neemt u dan gerust op met iemand van onze sectie bestuursrecht.