Op 4 november 2014 heeft de Voorzieningenrechter van de rechtbank Oost-Brabant in kort geding vonnis gewezen in een procedure die een tweetal verhuurders tegen een huurder hadden aangespannen (ECLI:NL:RBOBR:2014:6618). In deze zaak vorderden de verhuurders ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van de woonruimte en betaling van de achterstallige huurpenningen van huurder.
In artikel 8 van de huurovereenkomst was bepaald dat wanneer het gehuurde voorgoed door huurder zou worden verlaten zonder opgave van zijn nieuwe adres aan verhuurder, het adres van het gehuurde als woonplaats van huurder aangemerkt zou blijven. De verhuurder dacht hiermee moeilijkheden in de toekomst te kunnen voorkomen als de huurder ineens met de noorderzon zou vertrekken.
Omdat de deurwaarder bij het betekenen van de dagvaarding niemand bij het gehuurde aantrof, heeft hij de dagvaarding daar in een gesloten enveloppe achtergelaten (zie artikel 47 Rv). De huurder verschijnt vervolgens niet op de zitting, wat voor de Voorzieningenrechter aanleiding is om tijdens de zitting te onderzoeken of de dagvaarding op juiste wijze is betekend. Tijdens de zitting wordt namens de verhuurders erkend dat huurder volgens het GBA ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding niet meer op het adres van het gehuurde stond ingeschreven en geen bekende woon- of verblijfplaats heeft binnen of buiten Nederland. Gelet op het bepaalde in de huurovereenkomst zou volgens verhuurders toch een geldige betekening van de dagvaarding hebben plaatsgevonden, zodat zij van mening zijn dat een verstekvonnis moet volgen.
De Voorzieningenrechter merkt de stellingen van verhuurders aan als een impliciet beroep op artikel 1:15 BW jo. 115 lid 3 Rv. Deze artikelen maken het kort gezegd mogelijk om de dagvaarding aan een gekozen woonplaats te beteken indien een gedaagde in Nederland geen bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf heeft en het exploot in Nederland wordt gedaan aan de gedaagde in persoon, dan wel aan een door de gedaagde voor deze zaak gekozen woonplaats. Aan deze laatste voorwaarde is volgens de Voorzieningenrechter niet voldaan; de woonplaatskeuze in de huurovereenkomst is immers niet specifiek voor deze zaak gedaan, maar was al bij het sluiten van de huurovereenkomst daarin opgenomen.
Omdat verder uit in het geding gebrachte foto’s en uit de gegevens van het GBA volgens de Voorzieningenrechter duidelijk blijkt dat huurder niet meer in het gehuurde woont, mochten verhuurders huurder van de Voorzieningenrechter niet dagvaarden door het enkele achterlaten van een gesloten enveloppe bij het gehuurde, zelf niet als dit in de huurovereenkomst wel zo is bepaald. De Voorzieningenrechter vindt dat de weg van artikel 54 lid 2 Rv gevolgd had moeten worden; het betekenen van de dagvaarding aan het parket van het Openbaar Ministerie en voorts door een uittreksel van het exploot zo spoedig mogelijk bekend te maken in een landelijk of regionaal dagblad.
De Voorzieningenrechter oordeelt daarom dat er sprake is van een nietige dagvaarding en geeft de verhuurders een nieuwe termijn om de huurder rechtsgeldig op te roepen. Op die manier wordt voorkomen dat een verstekvonnis wordt gewezen tegen een huurder die er, omdat de dagvaarding hem nooit heeft bereikt, helemaal niet van op de hoogte is dat er een procedure tegen hem aanhangig is gemaakt.
Voor verhuurders is het kortom belangrijk om te beseffen dat een woonplaatskeuze in de huurovereenkomst niet betekent dat afgeweken mag en kan worden van de betekeningsregels uit de wet. Een huurder dient daarentegen goed te beseffen dat hij geen procedure kan voorkomen door zich onvindbaar te maken, omdat de wet de verhuurder een mogelijkheid geeft om ook onvindbare huurders te dagvaarden en in rechte te betrekken.
Heeft u naar aanleiding van deze blog vragen over wat u wel en niet mag opnemen in een huurovereenkomst, wat u moet doen als u (toch) bij verstek wordt veroordeeld of heeft u andere huurrecht vragen? Neem dan gerust contact met ons op. Onze advocaten staan u graag te woord en helpen u waar mogelijk verder.
Meldt u zich vrijblijvend aan voor onze nieuwsbrief.
Download het bestand.
Dehaanlaw.nl maakt gebruik van cookies
Als u kiest voor ’Nodige cookies’ plaatsen wij slechts functionele en analytische cookies met weinig tot geen gevolgen voor uw privacy. Indien u kiest voor ‘Alle cookies’ plaatsen wij ook tracking cookies waarmee wij informatie over u verzamelen om u gepersonaliseerde content aan te kunnen bieden. U geeft hiermee tevens toestemming voor het verwerken van de middels deze cookies verkregen persoonsgegevens conform ons Privacy Statement en Cookie Statement.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.
Undefined cookies are those that are being analyzed and have not been classified into a category as yet.