De gevolgen van Brexit voor varen onder de Nederlandse vlag

18 april 2024

In het constant veranderende landschap van internationale relaties heeft Brexit aanzienlijke wijzigingen teweeggebracht, die diverse industrieën beïnvloeden, waaronder de maritieme sector. Zoals beschreven in mijn eerdere blog, moet er aan bepaalde vereisten worden voldaan om onder Nederlandse vlag te kunnen varen. In dit artikel beschrijf ik de gevolgen van Brexit en de (on)mogelijkheden om onder Nederlandse vlag te varen als het schip eigendom is van een vennootschap of entiteit opgericht onder de wetgeving van en gevestigd in het Verenigd Koninkrijk.

Artikel 311 van het Wetboek van Koophandel

Zoals beschreven in mijn eerdere blog, bepaalt artikel 311 van het Wetboek van Koophandel de criteria waaraan een schip moet voldoen om als Nederlands schip gekwalificeerd te worden. Om onder Nederlandse vlag te varen, moet het schip eigendom zijn van:

  • één of meer personen met de nationaliteit van (i) een EU-lidstaat, (ii) een staat die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (“EER”) of (iii) Zwitserland, dan wel personen die gelijkgesteld worden met EU-burgers op grond van het van het Gemeenschapsrecht afgeleide recht;
  • een vennootschap of andere rechtspersoon waarop het recht van (i) een EU-lidstaat, (ii) een staat die partij is bij de overeenkomst betreffende de EER of (iii) Zwitserland van toepassing is;
  • natuurlijke personen, vennootschappen of rechtspersonen die niet onder bovenstaande categorieën vallen maar wel recht hebben op het EU recht van vrije vestiging op grond van een overeenkomst tussen de EU en een derde land.

Echter, door Brexit voldoen vennootschappen of andere rechtspersonen opgericht onder de wetgeving van en gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, niet langer aan de criteria vermeld onder a en/of b, aangezien het Verenigd Koninkrijk geen lidstaat van de Europese Unie meer is, noch een staat die deel uitmaakt van de EER. Wat rest is de mogelijkheid vermeld onder c, maar dit is alleen mogelijk als er een overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk bestaat die het recht van vrije vestiging verleent aan inwoners van de staten die partij zijn bij een dergelijke overeenkomst.

Gevolgen van Brexit

Het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie heeft diepgaande gevolgen gehad voor bedrijven, en de maritieme sector vormt hierop geen uitzondering. Om de gevolgen te verzachten, is er een Handels- en Samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk, die van kracht werd op 1 januari 2021. Hoewel deze Handels- en Samenwerkingsovereenkomst veel aspecten van de wederzijdse relaties aanpakt om de gevolgen van Brexit te verzachten, neemt het niet alle nadelige effecten weg die Brexit heeft op bepaalde aspecten. Een van deze aspecten is dat de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst geen recht van vrije vestiging verleent aan vennootschappen en andere rechtspersonen opgericht onder de wetgeving van het Verenigd Koninkrijk. Hierdoor kan een schip dat eigendom is van een vennootschap of andere rechtspersoon opgericht onder de wetgeving van en gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, niet kwalificeren als een Nederlands schip op grond van de hiervoor genoemde mogelijkheid onder (c).

Uitdagingen voor in het VK gevestigde entiteiten

Entiteiten in het Verenigd Koninkrijk worden geconfronteerd met de nieuwe realiteit dat ze niet langer aan de door de Nederlandse wet gestelde vereisten kunnen voldoen. Het ooit soepele proces van registratie van een schip onder de Nederlandse vlag is nu een complex en onbereikbaar doel geworden voor vennootschappen of andere rechtspersonen opgericht onder de wetgeving van en gevestigd in het Verenigd Koninkrijk.

Verkennen van Alternatieven

Gezien de beperkingen opgelegd door artikel 311 van het Wetboek van Koophandel, moeten vennootschappen of andere rechtspersonen die een schip in eigendom hebben en zijn opgericht onder de wetgeving van en gevestigd zijn in het Verenigd Koninkrijk, nu alternatieve mogelijkheden verkennen om hun schepen onder de Nederlandse vlag te laten varen. Bij deze mogelijkheden zal altijd sprake zijn van (i) de oprichting van een vennootschap of andere rechtspersoon die wel aan de vereisten van artikel 311 van het Wetboek van Koophandel voldoet en (ii) de overdracht van het juridische eigendom van het schip door de eigenaar die in het Verenigd Koninkrijk is gevestigd, naar de nieuw opgerichte entiteit die wel aan de vereisten van artikel 311 van het Wetboek van Koophandel voldoet. Dit alternatief kan echter negatieve fiscale gevolgen hebben, doordat de verkoop en overdracht van activa door de eigenaar in het Verenigd Koninkrijk aan een andere vennootschap/rechtspersoon mogelijk niet zonder belastingheffing kan plaatsvinden.

Conclusie

In de nasleep van Brexit staat de maritieme gemeenschap voor nieuwe uitdagingen om Nederlandse registratie voor schepen te verkrijgen. Entiteiten gevestigd en opgericht in het Verenigd Koninkrijk moeten zich aanpassen aan deze veranderingen door juridische advies te zoeken en alternatieve paden te verkennen om hun schepen onder Nederlandse vlag te laten varen. Als gespecialiseerd kandidaat-notaris in maritiem en ondernemingsrecht, kan ik advies op maat bieden, juridische mogelijkheden en potentiële oplossingen verkennen om te voldoen aan het veranderende juridische landschap.

Bedankt dat jullie weer met mij mee zijn gegaan op deze juridische reis. Als jullie vragen hebben of onderwerpen hebben die jullie graag in toekomstige blogs behandeld willen zien, aarzel dan niet om direct contact met mij op te nemen. Behouden vaart!

Samenvatting

Door de gevolgen van Brexit is het voor in het Verenigd Koninkrijk gevestigde en opgerichte vennootschappen en andere rechtspersonen moeilijker geworden om hun schip onder Nederlandse vlag te laten varen. Nu het Verenigd Koninkrijk geen lidstaat van de Europese Unie of partij bij de overeenkomst over de Europese Economische Ruimte meer is en er geen overeenkomst is die het recht van vrije vestiging verleent, kan een schip dat eigendom is van een in het Verenigd Koninkrijk gevestigde en aldaar opgerichte entiteit niet kwalificeren als een Nederlands schip als bedoeld in artikel 311 van het Wetboek van Koophandel. Om zo’n schip onder Nederlandse vlag te laten varen, is het altijd noodzakelijk dat er wijzigingen worden aangebracht in de juridische structuur en het eigendom van het betreffende schip.


The impact of Brexit on sailing a vessel under Dutch flag

In the ever-evolving landscape of international relations, Brexit has ushered in significant changes, affecting various industries, including maritime law. As described in my previous blog there are certain requirements that must be met in order to sail a vessel under the Dutch flag. This blog describes the repercussions of Brexit and the (im)possibilities to sail a vessel under the Dutch flag if it is owned by a company or entity incorporated under the laws of and established in the United Kingdom.

Understanding Article 311 of the Dutch Commercial Code

As described in my previous blog, Article 311 of the Dutch Commercial Code sets out the criteria for a vessel to qualify as a Dutch vessel. For a vessel to sail under Dutch flag it must be owned by:

  • one or more individuals who have the nationality of one of the member states of the European Union, of another state party to the agreement on the European Economic Area, of Switzerland or who are treated as nationals of the European Union under Community law;
  • a company or other legal entity established in the European Union, European Economic Area, or Switzerland; or
  • a natural person, company or legal person to which a. or b. do not apply, but instead is entitled to the European right of free establishment pursuant to an agreement between the European Union and a third state.

However, due to Brexit, it is clear that companies or other legal entities under the laws of the United Kingdom can no longer meet the criteria mentioned under a and/or b, as the United Kingdom is no longer a European Union member state nor a state party to the agreement on the European Economic Area. What remains is what is mentioned under c, but this would only be possible if there is an agreement in place between the European Union and the United Kingdom which grants the right of free establishment to citizens of the states that are a party to such agreement.

Brexit’s Implications

The United Kingdom’s departure from the European Union has had profound implications for businesses, and the maritime sector is no exception. In order to soften the implications, a Trade and Cooperation Agreement was concluded between the European Union and the United Kingdom and entered into force on January 1, 2021. Although this Trade and Cooperation Agreement regulates many aspects relating to mutual relations between the European Union and the United Kingdom to mitigate the effects of Brexit, it does not eliminate all the adverse effects that Brexit has on certain aspects. One of those aspects is that the Trade and Cooperation Agreement does not grant the right of free establishment to companies and other legal entities established under the laws of the United Kingdom. As a result, a vessel owned by a company or other legal entity under the laws of the United Kingdom cannot qualify as a Dutch vessel by virtue of the aforementioned possibility under c.

Challenges for UK-based Entities

Entities in the United Kingdom find themselves grappling with the new reality of being unable to fulfil the requirements set forth by Dutch law. The once seamless process of registering a vessel under the Dutch flag has now become a complex and unattainable goal for vessel owning companies and other legal entities based in the United Kingdom.

Exploring Alternatives

Given the restrictions imposed by Article 311 of the Dutch Commercial Code, vessel owning companies and other legal entities based in the United Kingdom must now explore alternative options for sailing their vessels under the Dutch flag. These will always involve (i) the establishment of a company or other legal entity that does meet the requirements of Article 311 of the Dutch Commercial Code and (ii) the transfer of the legal ownership of the vessel by the owner based in the United Kingdom to the newly established company/entity that meets the requirements of Article 311 of the Dutch Commercial Code. Such an alternative could potentially have some negative tax effects/consequences, due to taxation of the sale and transfer of assets by the owner based in the United Kingdom to another company/entity.

Conclusion

In the wake of Brexit, the maritime community faces new challenges in securing Dutch registration for vessels. Entities based in the United Kingdom must adapt to these changes by seeking legal advice and exploring alternative pathways to arrange for a vessel to sail under Dutch flag. As a deputy civil-law notary specialised in maritime and corporate law, I can provide tailored advice, by exploring legal ways and possible solutions to comply with the evolving legal landscape.

Thank you for joining me on this legal voyage. If you have any questions or topics you would like me to cover in future posts, feel free to contact me directly. Safe sailing!

Summary

Due to the effects of Brexit it has become more difficult for vessel owning companies and other legal entities that are based in the United Kingdom, to have their vessel sail under the Dutch flag. As the United Kingdom is no longer a member of the European Union nor a state party to the agreement on the European Economic Area and there is no agreement in place between the European Union and the United Kingdom which grants the right of free establishment, a vessel owned by a company/entity which is based in the United Kingdom cannot qualify as a Dutch vessel under Article 311 of the Dutch Commercial Code. In order to have such a vessel sail under the Dutch flag, the legal structure and ownership of such a vessel will always have to be changed.

GERELATEERDE ACTUALITEITEN