Hoe werkt een eigendomsvoorbehoud?

13 februari 2017

Om leveranciers tegemoet te komen is in de wet het eigendomsvoorbehoud opgenomen. Indien uw bedrijf producten verkoopt en levert aan een afnemer, dan wordt die afnemer op basis van de wet eigenaar van die producten, ook als die afnemer die producten niet betaalt. Betaling is namelijk niet een van de wettelijke vereisten voor eigendomsoverdracht. De vereisten voor eigendomsoverdracht zijn dat er sprake moet zijn van een juridische titel (vaak een koopovereenkomst), dat uw bedrijf bevoegd is de producten te verkopen en dat de producten zijn geleverd (vaak door feitelijke machtsverschaffing).

De eigendomsoverdracht kan tot vervelende consequenties leiden. Indien de afnemer bijvoorbeeld failliet gaat, kan uw bedrijf deze producten niet opeisen. De producten zijn immers eigendom van de afnemer geworden. Uw bedrijf kan dan een vordering bij de curator indienen, maar de kans dat uw bedrijf een betaling van de curator gaat ontvangen is zeer gering. Ook kan het niet voordelig zijn voor de dekking van de financiering van uw bedrijf als uw bedrijf niet over de eigendom beschikt van de door uw bedrijf geleverde producten.

Als uw bedrijf en de afnemer een eigendomsvoorbehoud overeen komen, spreekt u kort gezegd af dat zolang er geen betaling plaats vindt, uw bedrijf eigenaar blijft van de door uw bedrijf geleverde producten.

Er zijn drie types eigendomsvoorbehoud: eng, uitgebreid en verlengd.

  • Bij een eng eigendomsvoorbehoud blijft uw bedrijf enkel eigenaar van de producten die niet zijn betaald. Producten die wel zijn betaald, zijn dan eigendom geworden van afnemer.
  • Bij een uitgebreid eigendomsvoorbehoud blijft uw bedrijf, zolang er nog een vordering op de afnemer bestaat, ook eigenaar van de producten die wel betaald zijn, totdat de volledige vordering is voldaan. Dit is het meest voorkomende type eigendomsvoorbehoud.
  • Bij een verlengd eigendomsvoorbehoud werkt het eigendomsvoorbehoud door in producten waarin de door uw bedrijf geleverde producten zijn verwerkt. Het is naar Nederlands recht echter niet mogelijk het eigendomsvoorbehoud zich te laten uitstrekken tot zaken die uit de geleverde producten worden vervaardigd.

Algemene voorwaarden

Een eigendomsvoorbehoud wordt veelal opgenomen in algemene voorwaarden. In de praktijk ontstaan in dat kader vaak juridische problemen.

Algemene voorwaarden moeten namelijk ten eerste van toepassing zijn op de overeenkomst tussen uw bedrijf en de afnemer. Indien algemene voorwaarden bijvoorbeeld pas op de factuur van uw bedrijf van toepassing worden verklaard, is dat te laat; de overeenkomst is dan al enige tijd geleden gesloten. Dit zou anders kunnen zijn als tussen uw bedrijf en afnemer een bestendige handelsrelatie bestaat, waarbij steeds op de facturen de algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard.

Ten tweede is het de hoofdregel dat algemene voorwaarden, bij het aangaan van de overeenkomst, ter hand moeten worden gesteld aan de afnemer, wat inhoudt dat door uw bedrijf de algemene voorwaarden aan de afnemer moeten worden overhandigd. Het verwijzen naar de website van uw bedrijf waarop de algemene voorwaarden staan, het verwijzen naar en het ter inzage leggen van de algemene voorwaarden van uw bedrijf bij de Kamer van Koophandel, en/of het op eerste verzoek kosteloos opsturen van de algemene voorwaarden van uw bedrijf, is dus niet voldoende.

Uw bedrijf kan de algemene voorwaarden per e-mail toesturen, als de overeenkomst ook per e-mail is gesloten.

Natrekking, vermenging en zaakvorming

Indien sprake is van natrekking, vermenging en zaakvorming kan uw bedrijf geen beroep doen op een eigendomsvoorbehoud, omdat de door uw bedrijf geleverde producten niet meer als zelfstandige rechtsobjecten bestaan.

Van natrekking tussen roerende zaken is sprake als een van de roerende zaken een bestanddeel wordt van een andere roerende zaak (de hoofdzaak). Welke van beide zaken is aan te merken als de hoofdzaak is afhankelijk van de waarde van de zaken; de zaak met een aanmerkelijk hogere waarde is normaal gesproken de hoofdzaak. Ook kan een zaak als hoofdzaak worden aangemerkt op basis van de verkeersopvattingen. Een voorbeeld is de fietsbel die door natrekking bestanddeel van de fiets wordt.

Van natrekking tussen een roerende zaak en een onroerende zaak (zoals een gebouw) is sprake als de roerende zaak een bestanddeel wordt van de onroerende zaak. Van een bestanddeel is bij de samenvoeging van een roerende zaak en een onroerende zaak sprake als de roerende zaak niet zonder noemenswaardige schade van de onroerende zaak kan worden losgekoppeld. Vroeger werd wel de term ‘aard en nagelvast’ gebruikt. Ook op basis van de verkeersopvattingen kan een roerende zaak als bestanddeel van een onroerende zaak worden aangemerkt. Een voorbeeld is een situatie waarin een gebouw en een machine in constructief opzicht specifiek op elkaar zijn afgestemd en het gebouw uit oogpunt van geschiktheid als fabrieksgebouw bij het ontbreken van de machine als onvoltooid moet worden beschouwd.

Van vermenging is sprake als twee roerende zaken zich met elkaar vermengen tot één zaak. Dit kan snel voorkomen bij het samenvoegen van vloeistoffen of gassen. Ook kan sprake zijn van oneigenlijke vermenging, bijvoorbeeld als de door uw bedrijf geleverde niet-gemerkte spijkers door de afnemer in een grote doos met een door een ander bedrijf geleverde niet-gemerkte spijkers worden gedaan. Uw bedrijf kan dan niet meer exact bewijzen welke individuele spijkers uw bedrijf heeft geleverd.

Van zaaksvorming is sprake als uit een of meerdere zaken een nieuwe zaak wordt gevormd. Indien de afnemer voor zichzelf uit die producten een nieuwe zaak vormt, wordt de afnemer eigenaar van die nieuwe zaak. Voor het antwoord op de vraag wanneer iemand ‘voor zichzelf’ een nieuwe zaak heeft gevormd, moet worden gekeken (1) naar wie de beslissende invloed heeft op de wijze van productie en de definitieve vorm van het nieuwe product en (2) naar wie het commerciële risico draagt. 

Doorverkoop

Indien de afnemer de producten op zijn beurt weer aan een derde doorverkoopt, kan uw bedrijf over het algemeen geen beroep meer doen op het eigendomsvoorbehoud. Vaak is de afnemer van uw producten namelijk contractueel of stilzwijgend bevoegd om de geleverde producten door te verkopen. Maar ook als dat niet het geval is, wordt de uiteindelijke koper beschermd, als de koper te goeder trouw is. Dat zou pas anders zijn als de uiteindelijke koper het eigendomsvoorbehoud kende of wist dat het in de branche gebruikelijk is dat de geleverde producten onder eigendomsvoorbehoud worden geleverd én de uiteindelijke koper wist dat het financieel slecht ging met de afnemer.

Het bodemrecht van de fiscus

Indien uw bedrijf producten onder eigendomsvoorbehoud heeft geleverd, en die producten bedoeld zijn om duurzaam bij de afnemer ter plaatse te blijven (zoals inventaris), dan loopt uw bedrijf het risico dat de Belastingdienst bij belastingschulden het aan haar toekomende bodemrecht uitoefent. Het bodemrecht van de Belastingdienst gaat voor op een door uw bedrijf overeengekomen eigendomsvoorbehoud, omdat uw bedrijf niet over de reële eigendom beschikt.

Recht van reclame

Stel, er is geen sprake van een rechtsgeldig eigendomsvoorbehoud, bijvoorbeeld omdat de algemene voorwaarden waarin het eigendomsvoorbehoud is opgenomen niet van toepassing zijn of de algemene voorwaarden niet ter hand zijn gesteld, dan biedt het recht van reclame mogelijk uitkomst. Het recht van reclame is opmerkelijk genoeg een vrij onbekend recht, terwijl het een erg sterk recht is.

Bij het inroepen van het recht van reclame ontbindt uw bedrijf de koopovereenkomst en kan uw bedrijf  de geleverde producten als eigenaar opeisen. Het reclamerecht gaat verder dan ontbinding van een overeenkomst, omdat het eigendom terugkeert bij uw bedrijf. Vereist is

  1. dat de koopprijs nog niet is betaald en de afnemer in verzuim verkeert;
  2. dat het recht van reclame schriftelijk wordt ingeroepen;
  3. dat het recht van reclame tijdig wordt ingeroepen, zowel binnen zes weken nadat betalingstermijn op de factuur van uw bedrijf is overschreden, als binnen zestig dagen nadat de producten in de macht zijn gebracht van de afnemer.

Gerelateerde actualiteiten