Toezicht en bestuurlijke boetes: hoe te handelen bij een grote controle?

31 maart 2016

Tegenwoordig worden er veel bestuurlijke boetes opgelegd, met name in de agrarische wereld. Denk aan boetes op basis van de Meststoffenwet, in verband met gewasbeschermingsmiddelen of vanwege niet (tijdig) oormerken van koeien.

Deze boetes kunnen flink oplopen; een mestboete bedraagt al snel tienduizenden euro’s. Aan deze boete gaat vaak een uitgebreid onderzoek vooraf. Wat mag een controleur tijdens zo’n onderzoek doen? En wat moet je in een dergelijk onderzoek wel of niet zeggen? En welke gegevens moet je wel of niet overleggen? In deze blog ga ik hierop in.

Bevoegdheden toezichthouders
Controleurs van bijvoorbeeld de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (afgekort: NVWA) hebben bepaalde bevoegdheden, die in hoofdstuk 5 van de Algemene Wet bestuursrecht zijn vastgesteld. Zijn bevoegdheden zijn onder andere:

  • een plaats betreden (met apparatuur), met uitzondering van een woning als daarvoor geen toestemming wordt verleend, eventueel  ‘met behulp van de sterke arm’, dus met hulp van de politie (5:15 Awb);
  • het vorderen van inlichtingen, dus het stellen van vragen (5:16 Awb) en het vragen om inzage in een identiteitsbewijs (5:16 Awb);
  • inzage vorderen in zakelijke gegevens en bescheiden, dus de administratie (5:17 Awb lid 1);
  • het kopiëren van gegevens en als dat niet ter plaatse kan, de stukken kort meenemen (5:17 lid 2 en 3);
  • zaken te onderzoeken, aan opneming te onderwerpen (dus te meten) en daarvan monsters te nemen en verpakkingen te openen (5:18 lid 1 en 2) en eventueel monsters mee te nemen als hij niet ter plaatse onderzoek kan doen (lid 4);
  • vervoermiddelen, de lading ervan en de ‘vervoersbescheiden’ te onderzoeken en vorderen het vervoersmiddel of het schip waarmee wordt vervoerd, stil te houden (art. 5:19 Awb).

Daarnaast is een ieder verplicht aan een toezichthouder binnen de door hem gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden (art. 5:20 Awb).

Het is goed om te weten dat je strafbaar bent, als je weigert medewerking te verlenen aan een bevel dat een toezichthouder geeft (art. 184 Sr). Je kunt een boete krijgen van  € 4.100,- of een celstraf van drie maanden.

Plichten toezichthouders
Tegenover de rechten van de toezichthouders staan ook plichten die de toezichthouder heeft. Dit zijn de volgende:

  • Een legitimatiebewijs bij zich dragen (5:12 Awb lid 1).
  • Dit legitimatiebewijs tonen, als hierom wordt gevraagd (5:12 Awb lid 2).
  • Op verzoek van de belanghebbende een tweede monster nemen, tenzij in de wet anders is bepaald (5:18 lid 3 Awb).
  • Voor zover mogelijk het teruggeven van monsters (5:18 lid 5).
  • Aan de belanghebbende de resultaten van het onderzoek, de opneming of de monsterneming laten weten (5:18 Awb lid 6).

Procedure bestuurlijke boetes
Een bestuurlijke boete wordt, als deze hoger is dan € 340,- pas opgelegd nadat de mogelijkheid is geboden tot het geven van een zienswijze. Er wordt dan eerst een voornemen gestuurd aan de verdachte. Hierop kan schriftelijk of mondeling worden gereageerd. Het indienen van een zienswijze is vaak een goede mogelijkheid om de juiste gegevens aan te leveren en is daarom aan te raden.

Let op: een bestuurlijke boete moet binnen vijf jaar na het feit worden opgelegd, anders verjaart deze. De boete mag dan niet meer worden opgelegd.

Wel of niet te doen tijdens onderzoeken
Vaak wordt men overrompeld door een onderzoek door toezichthouders. Toch is het van belang het hoofd koel te houden.

Probeer er zo snel mogelijk achter te komen van welk feit je wordt verdacht en welke gegevens de toezichthouder al heeft en vraag altijd om het legitimatiebewijs van de controleur in kwestie.

Voorts loont het in bepaalde gevallen de moeite medewerking te verlenen aan het onderzoek, omdat er dan soms korting op de boete kan worden gegeven. Dit hangt af van de zwaarte van het feit en kan helaas niet in het algemeen worden aan- of afgeraden.

Verder is het raadzaam om na te gaan of je wordt verdacht van een strafbaar feit. Als dat zo is, kun je een advocaat bellen die je bij mag staan tijdens een verhoor.

Een andere tip is om niet te snel mee te gaan in stellingen die de controleurs innemen en ook is het niet verstandig snel in te stemmen met berekeningen die ter plaatse worden gemaakt, als je deze zelf niet kunt controleren. Zeker bij bijvoorbeeld het vaststellen van de begin- en eindvoorraad van de mestopslag is het raadzaam hier eerst zelf ook onderzoek naar te doen, alvorens in te stemmen met de berekening van de controleur.

Het is daarnaast van belang dat je je verklaring niet eerder ondertekent dan dat je zeker weet dat de inhoud van de verklaring klopt. Weet je tijdens een verhoor iets niet, geef dit dan aan en begin niet te gissen.

Conclusie
Samengevat is het van belang om te controleren dat de controleur die bij je op het erf staat wel bevoegd is tot het onderzoek dat hij uitvoert, dus bijvoorbeeld tot het meenemen van spullen. Ook is het belangrijk om meteen te vragen naar zijn legitimatie, en de reden van zijn komst.

Ga verder niet te snel mee in stellingen van de controleur, en geef geen informatie waarvan je niet zeker weet of de informatie juist is. Schakel daarnaast zo spoedig mogelijk een advocaat in, om je te laten bijstaan tijdens de verdere controle.