Bij gebrek aan openheid: een bewijsvermoeden van bestuurdersaansprakelijkheid

9 januari 2024

Bewijslevering is essentieel in juridische discussies. De partij die zich beroept op bepaalde feiten of rechtsgevolgen is in principe gehouden om de juistheid daarvan te bewijzen. Soms heeft een partij geen toegang tot bepaalde bewijsstukken, bijvoorbeeld doordat deze zich bij de wederpartij bevinden. In deze gevallen kan een exhibitievordering op grond van artikel 843a RV een effectief middel vormen. De  rechter kan dan een partij verplichten om tot afgifte van bewijsstukken over te gaan. Maar wat als een partij aan deze veroordeling geen gevolg geeft? In een recente uitspraak heeft de rechtbank Limburg zich uitgelaten over de gevolgen van het negeren van een exhibitieveroordeling door een failliet verklaarde onderneming en haar bestuur. De rechtbank ging uit van bestuurdersaansprakelijkheid. Deze blog richt zich op de gevolgen van het negeren van de exhibitieveroordeling in het kader van externe bestuurdersaansprakelijkheid.

Feitenschets

De feiten van de zaak vat ik samen. De eiser in deze kwestie heeft twee vorderingen op een vennootschap vanuit subsidiegelden die niet werden doorbetaald, terwijl dat verplicht was. De vennootschap heeft deze vorderingen, ondanks een gerechtelijke veroordeling en sommaties van de eiser daartoe, onbetaald gelaten. Inmiddels biedt de vennootschap geen verhaal meer voor deze vorderingen, doordat de activiteiten van de onderneming verkocht zijn aan een andere vennootschap. Na de verkoop van de activiteiten is de eerste vennootschap failliet verklaard. Er wordt vermoed dat de eiser is benadeeld in haar verhaalsmogelijkheden vanwege het faillissement, door de verkoop van de activiteiten. De kopende vennootschap was door dezelfde bestuurders opgericht. Dit kan een zogenaamde sterfhuisconstructie zijn geweest.

Pauliana

Er is sprake van benadelend, oftewel paulianeus handelen, als iemand doelbewust gedwarsboomd wordt door bijvoorbeeld een verkoop tegen te lage prijs. Denk hierbij aan een situatie waarin iemand schuldeisers verwacht, en om te voorkomen dat die schuldeisers beslag leggen wordt de dure auto verkocht voor €10,- aan een goede vriend. De schuldeiser zou dan met lege handen komen te staan. De verkoop kan dan teruggedraaid worden met het inroepen van de pauliana.

Impact van exhibitievordering op bestuurdersaansprakelijkheid

In de zaak die ik hier behandel wilde de eiser aantonen dat sprake is van benadelend handelen door het verkopen van de activiteiten  van de onderneming aan een derde partij tegen geen of een te lage prijs. Dat kon de eiser moeilijk aantonen, doordat er geen inzicht was in de afspraken tussen de vennootschap en de derde over de verkoop. Het was bijvoorbeeld niet bekend of er iets was betaald voor de onderneming, en zo ja hoeveel dan? Ook was niet duidelijk of het om één integrale verkoop ging, of dat het in delen was gebeurd. De eiser heeft daarom een zogeheten exhibitievordering ingesteld tegen de kopende vennootschap en diens bestuurder. De rechtbank heeft de exhibitieveroordeling uitgesproken en de vennootschap en haar bestuurder veroordeeld om relevante informatie en stukken over de verkoop van haar activiteiten aan de eiser te verstrekken.

Negeren exhibitieveroordeling

De vennootschap en de bestuurder hebben aan deze exhibitieveroordeling echter geen / onvoldoende gehoor gegeven. Daardoor kon de eiser niet vaststellen of zij door de afspraken tussen de vennootschap en de derde partij is benadeeld. Dat is lastig, omdat de bewijslast echt bij de eiser rust. In deze uitspraak rekent de rechtbank het negeren van de exhibitieveroordeling de schuldenaar zwaar aan. De rechtbank oordeelt dat het feit dat een partij, ondanks een veroordeling daartoe, onvoldoende openheid van zaken geeft ernstig is. Dit mag volgens de rechtbank niet het gevolg hebben dat de vorderingen uit die benadeling worden afgewezen, doordat deze onvoldoende kunnen worden onderbouwd. In dat geval wordt het negeren van een exhibitieveroordeling immers beloond, en dat moet voorkomen worden. De rechtbank oordeelt in deze uitspraak daarom dat de schuldenaar onvoldoende weersproken heeft dat sprake is van benadelend handelen. Met andere woorden, de rechtbank neemt aan dat de schuldenaar door de verkoop van zijn activiteiten aan de derde partij paulianeus heeft gehandeld. Er wordt een bewijsvermoeden ten gunste van de eiser aangenomen.

Conclusie

Het negeren van een exhibitieveroordeling kan dus grote gevolgen hebben. Indien een partij, door het negeren van een exhibitieveroordeling van een andere partij, niet aan zijn bewijslast kan voldoen, kan dit aanleiding vormen voor de rechter om uit te gaan van een bewijsvermoeden. Dan wordt aangenomen dat er benadelend is gehandeld, en dat levert bestuurdersaansprakelijkheid op.

Over externe bestuurdersaansprakelijkheid heeft Didier Fansen eerder een blog geschreven. Lees de blog hier:

Gerelateerde actualiteiten