De verhuisovereenkomst

3 oktober 2018

Eén van de meest gesloten overeenkomsten in het dagelijks leven is waarschijnlijk wel de koopovereenkomst. Hierover zijn dan ook vele rechterlijke uitspraken te vinden. Echter ook niet geheel ongebruikelijk in ons dagelijks rechtsverkeer is dat mensen verhuizen. Dit brengt over het algemeen nogal wat (zware) werkzaamheden met zich mee. Niet verwonderlijk is dan ook dat mensen voor deze schone taak professionals inschakelen. De rechtsverhouding die ontstaat tussen degene die verhuist en de professional is een in de wet benoemde overeenkomst, namelijk de verhuisovereenkomst. Veel rechterlijke uitspraken hierover zijn er echter niet te vinden. Reden genoeg om dit onderwerp eens nader onder de aandacht te brengen.

Wat is een verhuisovereenkomst?

Artikel 8:1170 BW bepaalt dat de verhuisovereenkomst een overeenkomst van goederenvervoer is, waarbij de vervoerder (de verhuizer) zich tegenover de afzender (de opdrachtgever) verbindt verhuisgoederen te vervoeren, hetzij uitsluitend in een gebouw of woning, hetzij uitsluitend ten dele in een gebouw of woning en ten dele over de weg, hetzij uitsluitend over de weg. Wanneer hiervan sprake is, zijn hierop de specifieke regels van toepassing van Afdeling 4 Titel 13 Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek.

Verplichtingen van de verhuizer

De verhuizer is verplicht – op grond van artikel 8:1172 BW – om de verhuisgoederen, die gelet op hun aard of de wijze van vervoer ingepakt behoren te worden of uit elkaar genomen behoren te worden, in te pakken dan wel uit elkaar te nemen en ter bestemming uit te pakken, dan wel in elkaar te zetten. Het is aan de verhuizer als professional om te beoordelen welke spullen wél of niet ingepakt moeten worden, dan wel (gedeeltelijk) gedemonteerd moeten worden. Het is echter mogelijk dat partijen onderling (deels) van deze regeling afwijken door een andere verdeling af te spreken. Afgesproken wordt bijvoorbeeld dat de afzender zelf de goederen inpakt of uit elkaar haalt. Voor zowel de verhuizer als de afzender is het aan te bevelen om deze afspraak op papier te zetten.

Artikel 8:1173 BW bevat de hoofdverplichting van de verhuizer, namelijk om de verhuisgoederen ter bestemming af te leveren, en wel in dezelfde staat als waarin deze hem ter verpakking of demontage ter vervoer zijn aangeboden. Onder afleveren wordt hier verstaan het plaatsen van de goederen ter bestemming op de mogelijk aangewezen plek na hen mogelijk nog te hebben uitgepakt of in elkaar gezet. De verhuizer is verantwoordelijk en aansprakelijk voor de goederen vanaf het moment waarop de goederen aan hem ter vervoer ter beschikking zijn gesteld.

Verplichtingen van de afzender

Op de afzender rust op grond van artikel 8:1191 BW de zogenaamde opgaveplicht. Die houdt simpel gezegd in dat de afzender de verhuizer alle benodigde informatie moet verschaffen omtrent de te verhuizen goederen en de behandeling daarvan, waarvan hij weet of behoort te weten dat deze voor de verhuizer van belang zijn. Indien de afzender hieraan niet voldoet, en de verhuizer daardoor schade lijdt, is de afzender in beginsel verplicht deze schade te vergoeden.

Op de afzender rust ook de verplichting om de goederen tijdig aan de verhuizer ter beschikking te stellen. Is dat niet het geval, dan is de verhuizer bevoegd de overeenkomst zonder daaraan voorafgaande ingebrekestelling op te zeggen. De afzender is dan verplicht schade die de verhuizer daardoor lijdt te vergoeden op grond van artikel 8:1189 BW.

Wat te doen bij schade?

Hierboven is aangegeven welke verplichtingen de verhuizer op zich neemt. Dit betreft een zogeheten resultaatsverbintenis. Dit is een contractuele verplichting om een bepaald resultaat te bereiken. Wanneer dit resultaat niet wordt bereikt, bijvoorbeeld doordat de goederen onderweg beschadigd raken, staat hiermee in beginsel de aansprakelijkheid van de verhuizer vast. Er is dan sprake van een tekortkoming. Het is aan de afzender om te stellen, en in geval van voldoende betwisting door de verhuizer, te bewijzen dat de goederen niet in dezelfde staat zijn afgeleverd als waarin deze ter vervoer zijn aangeboden. Anders gezegd; dat er schade is. Het verdient in zo`n geval dus zeker aanbeveling om hiervan foto`s te maken en/of een deskundige hiernaar te laten kijken. Voor de verhuizer verdient het aanbeveling om voorafgaand aan het vervoer duidelijk vast te leggen wat de staat van de goederen is, zodat in geval van een aanspraak eventueel duidelijk kan worden gemaakt dat de schade er al was aan het begin. Indien er het vermoeden bestaat dat er schade is, zijn zowel de afzender als de verhuizer verplicht om elkaar over en weer in redelijkheid alle middelen te verschaffen om onderzoek naar de goederen mogelijk te maken.

De tekortkoming heeft tot gevolg dat de verhuizer aansprakelijk is voor de daardoor ontstane schade aan de goederen. Artikel 8:1180 BW bepaalt hoe de schade in dat geval moet worden berekend. Kort gezegd heeft de afzender twee keuzes. Ofwel hij vordert betaling van de herstelkosten of het bedrag aan waardevermindering. De bepalingen over de verhuisovereenkomst regelen ook situaties waarin de verhuizer niet aansprakelijk kan worden gehouden, bijvoorbeeld wanneer de afzender uitdrukkelijk instructies van de verhuizer ter zijde legt.

In het geval van schade is de afzender bovendien verplicht om dit binnen een redelijke termijn na aflevering aan de verhuizer te melden. Dit veelal op basis van op de verhuisovereenkomst van toepassing zijnde algemene voorwaarden. Let op, indien in zee wordt gegaan met een ‘Erkende Verhuizer’, zijn in beginsel de Algemene Voorwaarden Verhuizingen AVV 2015 van toepassing die de rechten en plichten tussen partijen nader regelen. Op grond hiervan is een afzender bijvoorbeeld verplicht om beschadigingen bij voorkeur binnen twee werkdagen na de verhuizing schriftelijk of elektronisch te melden. Wanneer binnen 14 dagen na de verhuizing de verhuizer niets heeft ontvangen worden de goederen vermoedt zonder schade te zijn afgeleverd. Op basis van die algemene voorwaarden bestaat eveneens de mogelijkheid om een geschil voor te leggen aan de Geschillencommissie Verhuizen. Ook de gang naar de burgerlijke rechter staat echter open.

De afzender dient ook bedacht te zijn op mogelijke verjaring van zijn vordering. De verhuisovereenkomst wordt gekenmerkt door een relatief korte verjaringstermijn van één jaar (artikel 8:1711 BW), die gaat lopen op de dag na aflevering (artikel 8:1714 BW). Wanneer partijen er niet binnen één jaar uitkomen verdient het dus zeker aanbeveling om deze termijn zekerheidshalve te stuiten.

Wat te doen als de afzender niet betaalt?

Op grond van artikel 8:1194 lid 1 BW dient de overeengekomen prijs (de tegenprestatie) in beginsel te worden voldaan op het ogenblik dat de goederen op de bestemming worden afgeleverd. Het kan ook zo zijn dat de tegenprestatie vooraf voldaan moet worden. Indien de afzender daarmee in gebreke blijft, is de verhuizer bevoegd het vervoer op te schorten, en is hij ook – met toestemming van de rechter – bevoegd om de goederen op kosten van de afzender op te slaan. Dit kan er uiteindelijk zelfs toe leiden dat de verhuizer – met toestemming van de rechter – bevoegd is de verhuisgoederen geheel of gedeeltelijk te verkopen.

Tot slot

De verhuisovereenkomst is een in de wet geregelde overeenkomst, op grond waarvan diverse rechten en plichten tussen partijen over en weer geregeld zijn. Deze blog geeft slechts een kort inzicht op hoofdlijnen in de wettelijke regeling. Het inwinnen van verder advies, vooraf of tijdens een geschil kan voor beide partijen nuttig zijn.

Heeft u als afzender of als verhuizer een vraag hierover neem dan contact op.