Failliete VOF, failliete vennoten?

26 mei 2015

Veel kleine ondernemingen worden gedreven in de vorm van een vennootschap onder firma (VOF). Een VOF is volgens de wet een samenwerkingsverband tussen twee of meer personen. Als twee of meer ondernemers willen samenwerken en dat niet in een BV willen doen, richten ze vaak een VOF op. Wie zaken doet met een VOF, doet het ware zaken met zowel de VOF als de natuurlijke personen achter de VOF (de vennoten). Naast de VOF kunnen ook de vennoten – hoofdelijk – worden aangesproken voor de verplichtingen van de VOF.

Bijzonder is dat een VOF een afgescheiden vermogen heeft: schuldeisers van de VOF kunnen zich verhalen op de bezittingen van de VOF (en, zoals gezegd, op de bezittingen van de vennoten), maar schuldeisers van de vennoten in privé kunnen geen verhaal nemen op bezittingen van de VOF.

Een VOF heeft in het rechtsverkeer geen rechtspersoonlijkheid (zoals een natuurlijk persoon of een BV), maar kan bijvoorbeeld wel in een procedure optreden of failliet worden verklaard. Tot voor kort betekende het faillissement van een VOF automatisch dat ook de vennoten in privé failliet worden verklaard. Dit lijkt logisch. Je kan failliet worden verklaard als je bent ‘opgehouden te betalen’, met andere woorden: als je je schulden niet meer kunt betalen. Een faillissement is bedoeld om alle bezittingen te verkopen, en met de opbrengst de schulden deels te voldoen. Als de schuldeisers van de VOF zich ook kunnen verhalen op de bezittingen van de vennoten, is het logisch dat, bij een faillissement van de VOF, Niet alleen de bezittingen van de VOF, maar ook die van de vennoten moeten worden verkocht. Een faillissement van de vennoten lijkt dan een automatisch gevolg.

Een recent arrest van de Hoge Raad heeft daar verandering in gebracht.
Volgens de Hoge Raad brengt het faillissement van de VOF niet langer automatisch het faillissement van de vennoten met zich mee. Zo kan het voorkomen dat een vennoot voldoende (privé)vermogen heeft om zowel de schuldeisers van de VOF als zijn privéschuldeisers te voldoen. Ook is het denkbaar dat een vennoot zich kan verweren tegen bepaalde vorderingen die een schuldeiser op de VOF heeft. Als de vennoot in privé bijvoorbeeld een tegenvordering heeft op een schuldeiser van de VOF, mag de vennoot zich op verrekening beroepen als hij wordt aangesproken.

Het kan ook zo zijn dat een vennoot van een failliete VOF in privé wordt toegelaten tot de schuldsanering (WSNP); in dat geval zal de vennoot niet failliet worden verklaard. Ten slotte is het denkbaar dat een VOF een buitenlandse vennoot heeft, zodat mogelijk een buitenlandse rechter zich moet uitspreken over diens faillissement. Ook dan zal de Nederlandse rechter niet automatisch het faillissement van de vennoot kunnen uitspreken.

Gerelateerde actualiteiten