Hoe werkt procederen bij de bestuursrechter nu eigenlijk?

26 juni 2011

Nederland heeft negentien rechtbanken, zodat het vinden van een rechter niet moeilijk hoeft te zijn. Het punt is alleen dat bij de rechtbanken verschillende soorten rechters werken. De rechtbanken zijn verdeeld in sectoren en die verdeling is weer gebaseerd op de indeling in rechtsgebieden, strafrecht, civiel recht en bestuursrecht.

Soorten rechters

De strafrechter is het meest bekend. Daarnaast is er de civiele rechter. Daar komt men terecht als er een geschil is met iemand anders (particulieren of bedrijven). Dit artikel gaat over de bestuursrechter.  Daar kan men terecht komen als er een geschil is met de overheid. Dus met de gemeente, provincie of een minister, maar ook het UWV bijvoorbeeld. Maar wanneer komt men daar nu terecht, oftewel hoe werkt dat?

De bestuursrechter

De bestuursrechter komt namelijk pas in beeld als er een besluit is genomen. Een besluit is een schriftelijke stuk met bestuursrechtelijk rechtsgevolgen. Eenvoudiger gezegd, er verandert daarmee iets in iemands rechten of plichten. Er is bijvoorbeeld een vergunning verleend om te mogen bouwen en daarmee is een bouwverbod opgeheven. Een heel ander voorbeeld is dat er een recht op een uitkering wordt toegekend of teruggevorderd, men heeft dan recht op geld of moet betalen.

Overheden doen ook andere dingen dan het nemen van besluiten. Wegen worden bestraat of er wordt informatie verschaft. Dat zijn dan feitelijke handelingen. Als dat slechts wordt uitgevoerd, kan men dat dus niet aan de bestuursrechter voorleggen. In die gevallen treedt de civiele rechter als “restrechter” op.

De bezwaarprocedure

Besluiten dus. Maar voordat een besluit aan een bestuursrechter voorgelegd kan worden, zal er in de regel eerst een bezwaarprocedure gevoerd moeten worden. Dat houdt in dat men binnen zes weken schriftelijk moet aangeven dat men het niet eens is met het besluit en waarom niet. Die termijn is hard en overschrijding van die termijn is dan ook fataal. Een bezwaarschrift zal dan niet meer inhoudelijk behandeld kunnen worden. Bezwaar maken moet schriftelijk en kan alleen per mail als de overheid dat expliciet heeft aangegeven. Telefoontjes e.d. tellen dus niet als officieel bezwaar.

Als een bezwaarschrift is ingediend, krijgt men de gelegenheid dat nog eens mondeling toe te lichten. Bij de meeste gemeenten gebeurt dat bij de bezwaarschriftencommissie. Die commissie zal daarna in een advies aan de gemeente aangeven hoe er beslist zou moeten worden op het bezwaarschrift. Commissies beslissen dus niet zelf. Meestal worden die adviezen overgenomen, soms niet. Bezwaarschriftencommissie zijn niet verplicht. Het UWV is een voorbeeld waar geen bezwaarschriftencommissie is. Als men gelijk krijgt en het bezwaarschrift wordt gegrond verklaard, dan wordt het aangevochten besluit teruggedraaid en komt daar een ander besluit voor in de plaats. Als men geen gelijk krijgt, zal het bezwaar ongegrond worden verklaard.

Het indienen van een beroepschrift

Tegen die beslissing op bezwaar kan dus beroep worden ingesteld bij de rechter.  Het terugdraaien van een aangevochten besluit zal voor de bezwaarmaker geen reden zijn voor die stap naar de rechter. Dat was immers zijn bedoeling, maar het kan zijn dat een ander door het terugdraaien wel weer nadeel lijdt. Bijvoorbeeld als een aangevochten vergunning wordt teruggedraaid. De vergunninghouder hoeft dan tegen het terugdraaien geen bezwaar te maken, maar kan dan direct beroep instellen bij de rechtbank.

Het indienen van een beroepschrift moet ook weer binnen die fatale termijn van zes weken en moet ook schriftelijk. Soms kan dat digitaal. De rechtbank stuurt een beroepschrift vervolgens door naar de overheidsinstantie met het verzoek alle op de zaak betrekking hebbende stukken toe te sturen en er op te reageren in een verweerschrift. Die stukken en het verweerschrift worden door de rechtbank weer doorgestuurd naar de eiser.

Soms nodigt de rechtbank een derde-belanghebbende uit om aan de procedure deel te nemen. Dat gebeurt bijvoorbeeld in een procedure tegen een verleende vergunning. De vergunninghouder mag dan meedoen in die procedure. Anders dan een eiser, hoeft die derde-belanghebbende geen griffierecht te betalen.

Een zitting inplannen

Na het doorsturen van al die stukken, zal er een zitting worden gepland. Dat kan even duren. Bij de meeste rechtbanken duurt een procedure driekwart jaar. Dat is een gemiddelde, het kan sneller, maar ook zeker langer duren.

De rechter zal alleen een oordeel geven over het aangevochten besluit op bezwaar. Geeft hij de eiser gelijk, dan zal hij dat besluit vernietigen, meer niet. Soms laat hij de rechtsgevolgen in stand. Dat houdt in dat men wel gewonnen heeft, maar er feitelijk niets verandert. En heel soms neemt hij een vervangend besluit.

De bestuurlijke lus

Iets nieuw in het bestuursrecht is de “bestuurlijke lus”. Bestuursrechters kunnen nu ook tussen-uitspraken doen. Dat kan als de rechter het besluit wel gebrekkig vindt, maar de overheid tijdens de procedure de gelegenheid willen bieden gebreken te herstellen. Als het voldoende hersteld is zal het herstelde besluit overeind blijven.

Bij een gewonnen zaak en een vernietigd besluit op bezwaar, is de procedure dus niet afgelopen. Het enige wat dan van tafel is, is de beslissing op het bezwaarschrift. De overheid zal dan weer een nieuw besluit op het bezwaar moeten nemen en dat kan dus opnieuw een nadelig besluit zijn. Het is dan uiteraard wel de bedoeling dat in die nieuwe beslissing rekening wordt gehouden met de overwegingen in de uitspraak. Tegen die beslissing kan dan weer opnieuw beroep worden ingesteld.  
Tegen uitspraken staat weer hoger beroep open voor alle betrokkenen in de rechtbankprocedure. Een voor de eiser positieve rechtbank-uitspraak kan daar alsnog onderuit gaan. Gewonnen bij de bestuursrechter betekent dus niet automatisch uiteindelijk ook gelijk krijgen, maar hangt af van het verdere verloop.

Op de hierboven in hoofdlijnen beschreven procedure bestaan natuurlijk ook weer vele uitzonderingen en afwijkingen. Voor procederen bij de bestuursrechter is geen advocaat nodig, maar in belangrijke zaken is juridische bijstand door iemand die gespecialiseerd is in het bestuursrecht dan ook zeker aan te bevelen!

Gerelateerde actualiteiten