Het permanent bewonen van een recreatiewoning

27 augustus 2015

Regelmatig krijg ik vragen over het permanent bewonen van recreatiewoningen. Cliënten die jaren in hun recreatiewoning wonen en te maken krijgen met handhavend optreden van de gemeente en cliënten die graag een recreatiewoning willen kopen vragen zich af hoe het precies zit met hun rechten en verplichtingen. In deze blog zal ik ingaan op de belangrijkste aspecten van het permanent bewonen van een recreatiewoning.

Wanneer is er sprake van permanente bewoning?

Van permanente bewoning is sprake als de recreatiewoning wordt gebruikt als hoofdverblijf. In veel bestemmingsplannen kom je tegen dat wanneer de bewoner gedurende een aaneengesloten periode van 180 dagen per kalenderjaar ten minste 2/3 van die tijd het adres van de recreatiewoning als woonadres in gebruik heeft, in ieder geval sprake is van permanente bewoning van de recreatiewoning. Echter, als in het bestemmingsplan geen definitie is opgenomen van permanente bewoning, dan is het niet nodig dat het college van burgemeester en wethouders (college) het exacte aantal dagen vaststelt dat de recreatiewoning in gebruik is geweest. Het college dient dan aannemelijk te maken dat sprake was van permanente bewoning. Dat kan dan ook over een kortere tijdspanne gaan.

Handhaving

Het permanent bewonen van recreatiewoningen is vaak in strijd met het bestemmingsplan en daarmee een illegale situatie. Wanneer de gemeente vermoedt dat sprake is van het illegaal bewonen van een recreatiewoning, zal de gemeente (moeten) ingrijpen. De illegale bewoning zal in dat geval op termijn moeten worden gestaakt. De gemeente doet vaak zelf onderzoek naar de illegale situaties, maar het gebeurt ook regelmatig dat een handhavingsverzoek wordt ingediend door de afgunstige buurman of de recreatieparkeigenaar.

Wil de gemeente de bewoner tot beëindiging van de permanente bewoning dwingen, dan zal de gemeente zelf moeten bewijzen dat hier sprake van is. Een vermoeden is in dat geval onvoldoende. Het leveren van bewijs kan voor de gemeente lastig worden op het moment dat de bewoner op een ander adres staat ingeschreven dan op het adres van de recreatiewoning. Is hier sprake van, dan is het van belang of de bewoner op het adres waar hij ingeschreven staat ook beschikt over zelfstandige woonruimte. Soms is dit wel het geval, waardoor het voor de gemeente moeilijk kan worden het bewijs van het permanent bewonen alsnog rond te krijgen. In de jurisprudentie komen dit soort gevallen regelmatig voor.

De gemeente gebruikt het aftrekken van hypotheekrente regelmatig als argument in handhavingsprocedures omdat in de wet is geregeld dat hypotheekrente alleen dan in mindering kan komen op het inkomen, wanneer het gaat om een eigen woning waar betrokkene zijn hoofdverblijf heeft. Volgens de vaste jurisprudentie levert het aftrekken van hypotheekrente voor een recreatiewoning slechts een vermoeden op van permanente bewoning.

Het in mindering brengen van hypotheekrente moet samengaan met andere indicaties, wil de gemeente aannemelijk maken dat sprake is van permanente bewoning. De gemeente gebruikt hiervoor vaak de volgende indicaties: telefoonaansluitingen, verbruiksgegevens nutsbedrijven, het hebben van een huisarts in de gemeente, lidmaatschap van (sport-)verenigingen en de controlegegevens van gemeentelijke controleurs, dan wel van controleurs van een extern controlebedrijf.

Legalisatie en overgangsrecht

De bewoner die geconfronteerd wordt met handhavend optreden wegens permanent bewonen van een recreatiewoning, zou met de gemeente in overleg kunnen gaan over de mogelijkheid van legalisatie van de bestaande situatie middels een tijdelijke persoonsgebonden omgevingsvergunning. Een belangrijke voorwaarde is dat de bewoner aannemelijk moet maken dat hij het recreatieverblijf al onafgebroken heeft bewoond vanaf 31 oktober 2003. Verschillende gemeenten hebben op dit punt handhavingsbeleid opgezet, zodat enigszins een inschatting kan worden gemaakt hoe de gemeente met het verzoek zal omgaan.

Tot slot is het in sommige gevallen mogelijk om beroep te doen op gebruiksovergangsrecht van het bestemmingsplan. Of dit beroep zal slagen hangt echter af van de omstandigheden in de afzonderlijke zaak.

Conclusie

Bent u geconfronteerd met handhavend optreden door de gemeente omdat er sprake zou zijn van permanente bewoning van een recreatieverblijf, dan is het altijd verstandig om juridisch advies hieromtrent in te winnen. Dit geldt ook als u van plan bent een recreatiewoning te gaan kopen en de mogelijkheden van permanente woning wilt onderzoeken. Wij kunnen u hierbij helpen. Neemt u gerust contact op met Sander van Gent.

Gerelateerde actualiteiten