(Proportionele) aansprakelijkheid werkgever bij corona op de werkvloer?

28 december 2021

Nu de coronabesmettingen weer toenemen komt ook de vraag naar werkgeversaansprakelijkheid weer meer relevantie toe. Op problematiek rondom de bewijslast van artikel 7:658 BW gingen wij eerder al in tijdens onze podcast van 6 december 2021. Om aansprakelijkheid te voorkomen blijft naleving van de maatregelen van belang. In deze blog geven wij u enkele tips die uw risico beperken.

Besmetting tijdens werkzaamheden lastig aantoonbaar

Om aanspraak te kunnen maken op een schadevergoeding moet de werknemer bewijzen dat hij zijn schade oploopt tijdens de uitoefening van zijn werkzaamheden (artikel 7:658 BW). Een van de belangrijkste conclusies die wij in onze podcast trokken is dat het bij een besmetting met het coronavirus voor een werknemer erg lastig zal zijn om aan te tonen dat de besmetting heeft plaatsgevonden in de uitoefening van de werkzaamheden. Een besmetting kan immers ook in een privé aangelegenheid hebben plaatsgevonden. Dat betekent dat een werknemer niet snel zal slagen in de op hem rustende bewijslast dat hij de ziekte heeft opgelopen in de uitoefening van zijn werkzaamheden. 

In de juridische praktijk zijn echter uitzonderingen ontwikkeld om de werknemer enigszins tegemoet te komen in zijn zware bewijslast, waardoor een werkgever eerder aansprakelijk kan zijn dan je zou denken. Hoe zit dit?

De tegemoetkoming van de proportionele aansprakelijkheid

Dit komt door het leerstuk van de proportionele aansprakelijkheid. Dit leerstuk heeft de Hoge Raad in 2006 ontwikkeld in het zgn. “Nefalit/Karamus-arrest”. Proportionele aansprakelijkheid is bedoeld voor gevallen waarin door de rechter niet kan worden vastgesteld of de schade is veroorzaakt door een normschending van de aansprakelijk gestelde persoon (of van iemand voor wie hij aansprakelijk is), dan wel door een oorzaak die voor risico van de benadeelde zelf komt (zoals een corona besmetting in de privé sfeer). De rechter maakt dan een soort van kansberekening om de aansprakelijkheid tussen werkgever en werknemer te delen. Dat kan 50-50 zijn, maar ook 90-10. Het hangt van de omstandigheden af.

Volgens ons zou op grond hiervan dit in de praktijk als volgt kunnen uitpakken. Een met corona besmette werknemer moet aantonen dat zijn werkgever onvoldoende veiligheidsmaatregelen heeft getroffen om een coronabesmetting te voorkomen en dus zijn zorgplicht heeft geschonden. Als de werkgever onvoldoende maatregelen heeft genomen om te voorkomen dat zijn werknemers met corona in aanraking zouden komen, kan schending van de zorgplicht worden aangenomen. Vervolgens moet worden vastgesteld hoe groot de kans is dat door schending van de zorgplicht de werknemer zijn coronabesmetting heeft opgelopen tijdens de werkzaamheden. Door het multicausale karakter van het coronavirus kan de besmetting zijn veroorzaakt door meerdere omstandigheden.

De plek waar wordt gewerkt en de aard van het werk kunnen hier naar onze mening een rol spelen. Zo zal een ziekenhuismedewerker werkzaam op de IC of iemand die thuiszorg verleent waarschijnlijk eerder in aanraking komen met corona besmette mensen dan iemand die op kantoor werkt. In situaties waarbij het risico op voorhand al groter lijkt, zal de zorgplicht van de werkgever vermoedelijk zwaarder wegen.

Maar ook als er binnen een onderneming een corona uitbraak is en de werkgever onvoldoende maatregelen treft, waardoor mogelijk meer besmettingen plaats hebben gevonden, kan gesteld worden dat er een meer dan geringe kans is geweest dat de ziekte is ontstaan op het werk.  

In die gevallen kan een werkgever worden aangesproken voor de schade. De verdeling van de aansprakelijkheid zelf en de hoogte van de schade zou dan proportioneel, al naar gelang het vastgestelde risico, kunnen worden verdeeld. Hoe nalatiger de werkgever, hoe meer het risico op de werkgever komt te liggen.

Verweer werkgever proportionele aansprakelijkheid

Nu de zorgplicht van de werkgever geschonden moet zijn voor gebruik van het leerstuk van de proportionele aansprakelijkheid, zal de werkgever primair aanvoeren dat geen sprake is van schending. Het is daarom extra belangrijk dat u goed vastlegt aan welke normen uw werknemers moeten voldoen om besmetting zoveel als mogelijk te voorkomen. U moet dit immers op enig moment kunnen bewijzen. Ook speelt een rol of u uw werknemers erop aanspreekt als zij zich niet (voldoende) houden aan de maatregelen en eventueel sancties oplegt (zoals waarschuwing of in uiterste geval ontslag).

Indien de werkgever erin slaagt om aan te tonen dat er voldoende maatregelen zijn genomen zal het leerstuk van de proportionele aansprakelijkheid minder snel aangewend kunnen worden. Zoals besproken in onze podcast van 6 december zal het in het voordeel van de werkgever zijn als er een in artikel 5 van de Arbeidsomstandighedenwet vermelde risico-inventarisatie & evaluatie aanwezig is en het plan van aanpak wat daarop is gebaseerd wordt gevolgd.

Conclusie en meer informatie

Voor een werknemer is en blijft het lastig om te bewijzen dat de coronabesmetting heeft plaatsgevonden in de uitoefening van zijn of haar werkzaamheden. Dit echter met de nuance dat werkgevers met het leerstuk van de proportionele aansprakelijkheid in het achterhoofd, in de praktijk extra alert zullen moeten zijn wat betreft de naleving van de maatregelen.

Heeft na u vragen over de strekking en de reikwijdte van werkgeversaansprakelijkheid of over uw zorgplicht? Neem dan gerust contact met ons op.

Wij denken graag met u mee!

Gerelateerde actualiteiten