Spoedwetsvoorstel ‘Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid’ aangenomen in de Tweede Kamer

17 april 2020

Gisterenavond, 16 april 2020, is het spoedwetsvoorstel ‘Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid’ aangenomen in de Tweede Kamer.

Gisterenavond, 16 april 2020, is het spoedwetsvoorstel ‘Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid’ aangenomen in de Tweede Kamer. De wijzigingen ten opzichte van het vorige week ingediende wetsvoorstel (zie daarvoor ons eerdere bericht) zijn beperkt. Het amendement van Tweede Kamerlid Krol ten aan zien van het langs elektronische weg verlijden van notariële akten, is verworpen. Dit amendement had de strekking dat notarissen slechts gebruik kunnen maken van deze mogelijkheid wanneer “het verlijden van de akte geen uitstel kan lijden”. Volgens Krol moeten alle mogelijkheden voor persoonlijk, direct contact tussen de notaris en de cliënt zijn uitgeput voordat gebruik wordt gemaakt van deze bevoegdheid.

Hoewel de Minister dit standpunt onderschreef, gaf hij daarbij te kennen het amendement niet te onderschrijven omdat door toevoeging van de woorden “dat het verlijden van de akte geen uitstel kan lijden” een vereiste aan de voorgestelde wetsbepaling wordt toegevoegd, waarover achteraf eenvoudig discussie kan ontstaan. Daarmee ontstaat dan ook een discussie over de rechtsgeldigheid van de akte. Met het oog op de rechtszekerheid (van dit onderdeel) van het rechtsverkeer is dat door de Minister onwenselijk geacht.

Vandaag zal een procedurevergadering door een Kamercommissie van de Eerste Kamer plaatsvinden en zal duidelijk worden hoe de verdere behandeling van het wetsvoorstel zal verlopen. Zodra meer duidelijkheid bestaat over het verloop van het wetgevingsproces en de datum van inwerkingtreding, zullen wij dit communiceren. In afzonderlijke blogs besteden wij meer aandacht aan enkele onderdelen van het wetsvoorstel.