Eisen in een aanbesteding moeten taalkundig worden uitgelegd

12 juli 2022

Vaak ontstaat er bij aanbestedingen discussie over hoe eisen uitgelegd moeten worden. De jurisprudentie over dit onderwerp is zeer helder. Partijen moeten op grond van het transparantiebeginsel aansluiten bij een objectieve uitleg op basis van de betreffende bepaling in samenhang bezien met de overige aanbestedingsstukken. In de Nederlandse rechtspraak is dit verder uitgewerkt naar een zuiver taalkundige uitleg op basis van de CAO-norm. Enkel de letterlijke tekst in samenhang bezien met de rest van de aanbestedingsstukken is doorslaggevend. Intenties van de aanbestedende dienst die niet kenbaar zijn in de aanbestedingsstukken, mogen niet meegenomen worden.

In een uitspraak van de rechtbank Amsterdam die recentelijk is gepubliceerd, komt dit mooi naar voren. Daar past de rechtbank ook een zuivere taalkundige interpretatie toe op een geschiktheidseis.

Wat was er precies aan de hand?

De gemeente Amsterdam had een Europese openbare aanbesteding georganiseerd voor Aanvullend Openbaar Vervoer. Dit vervoer valt onder de reikwijdte van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (WMO). Een van de geschiktheidseisen hield in dat gegadigden ervaring moesten hebben in het uitvoeren van minimaal 10.000 ritten van kamer-tot-kamer vervoer in een aaneengesloten periode van 12 maanden. De vraag die centraal kwam te staan in het kort geding was wat nu precies kamer-tot-kamer vervoer inhield.

In het programma van eisen was daarover opgenomen dat de chauffeur de cliënt binnen in de woning ophaalt en terugbrengt en daarbij ondersteuning geeft bij de activiteiten die daarvoor noodzakelijk zijn. Eiseres – die als tweede was geëindigd – meent dat de winnende inschrijver niet over de vereiste ervaring beschikt, omdat de chauffeurs ook binnen in de woning aanvullende taken zoals gas uitzetten en de woning afsluiten, moeten uitvoeren. De rechter volgt deze uitleg echter niet. Hij kijkt specifiek naar wat er door de gemeente in de geschiktheidseis is opgenomen en hoe dat taalkundig uitgelegd moet worden. Daaruit distilleert hij dat de ervaring moet zijn gericht op serviceverlening aan cliënten met complexe aandoeningen. Vervolgens kijkt hij naar de bewoordingen van de eis uit het programma van eisen en brengt die in taalkundig verband met de geschiktheidseis. Uit deze combinatie vloeit aldus de rechtbank voort dat de ervaring moet zijn gericht op het vervoer en de daarbij komende ondersteunende serviceverlening. Niet is vereist volgens de rechtbank dat de ervaring ziet op alle aspecten die als voorbeeld zijn genoemd in de aanbestedingsstukken. Belangrijk is dat de ervaring ziet op de strekking van de werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden.

De uitspraak

Nu de rechtbank de geschiktheidseis heeft uitgelegd, beoordeelt de rechtbank vervolgens of de winnende inschrijver heeft aangetoond over deze ervaring te beschikken. De conclusie die rechtbank trekt, is dat de winnende inschrijver voldoende heeft aangetoond over deze ervaring te beschikken en dat de winnende inschrijver dus niet uitgesloten mag worden. Dat betekent dat de rechtbank alle vorderingen van eiseres afwijst.

Deze uitspraak illustreert heel helder hoe een geschiktheidseis taalkundig uitgelegd wordt in samenhang met andere bepalingen uit het bestek. Hierbij is het van belang om specifiek naar de betreffende aanbesteding te kijken, de onderlinge samenhang tussen de diverse bepalingen en de exacte bewoordingen van al die bepalingen. Pas aan de hand van die beschouwing kan exact uitgelegd worden wat de reikwijdte van een bepaalde eis is.

Gerelateerde actualiteiten