Het door de curator terugvorderen van betalingen

7 juli 2015

Stel een debiteur van u betaalt uw vordering en gaat kort daarop failliet. ‘Wat een geluk’, zult u denken, aangezien bij niet-betaling van uw vordering en het faillissement van de debiteur de verwachting gerechtvaardigd is dat u niets van uw vordering zult innen.

Toch bent u als ontvanger van de betaling nog niet in veilige haven. In deze blog leg ik uit waarom niet.

Betalingen rond de dag van het faillissement

In een arrest van 20 maart 2015 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat iedere betaling waartoe de debiteur opdracht heeft gegeven, en die pas na het faillissement op het rekeningnummer van de schuldeiser wordt ontvangen, door de curator kan worden teruggevorderd.

In deze zaak had een advocatenkantoor vanwege verleende juridische diensten een bedrag van € 6.000,– te vorderen van Maatmetaal. Op 7 februari 2011 heeft Maatmetaal door middel van elektronisch bankieren de Rabobank opdracht gegeven tot overmaking van een bedrag van € 6.000,– op het bankrekeningnummer van het advocatenkantoor. Nog dezelfde dag is de bankrekening van Maatmetaal gedebiteerd. De bankrekening van het advocatenkantoor is pas de volgende dag op 8 februari 2011 gecrediteerd. Op 8 februari 2011 is Maatmetaal in staat van faillissement verklaard. Aangezien een faillissement terugwerkt tot 00:00 uur van de dag waarop het is uitgesproken, is de betaling na het faillissement van Maatmetaal ontvangen, en diende het advocatenkantoor het bedrag van € 6.000,– dus aan de curator terug te betalen.

Terugvorderen betaling van de bank

De curator kan betaalde bedragen overigens ook terugvorderen van de bank die een betalingsopdracht heeft uitgevoerd, als de debiteur op of na de dag van faillietverklaring de betalingsopdracht aan de bank heeft verstrekt.

Bestuurdersaansprakelijkheid

De vraag die speelde in een rechtszaak waarin de Hoge Raad op 27 februari 2015 oordeelde is of de bank in dergelijke gevallen de statutair bestuurder van later gefailleerde debiteur in privé aan kan spreken op grond van onrechtmatige daad. De bestuurder weet immers op het moment van het geven van de betalingsopdrachten dat het faillissement van de vennootschap is aangevraagd, maar geeft de bank desondanks opdracht de betalingen uit te voeren, met het risico dat de bank als het ware dubbel betaalt, zowel aan de begunstigde als aan de curator.

Bij de beantwoording van de vraag of de bestuurder ten opzichte van de bank aansprakelijk is, dient te worden getoetst of de bestuurder een dusdanig ernstig verwijt kan worden gemaakt dat gezegd kan worden dat de bestuurder gehandeld heeft in strijd met een bepaalde op hem persoonlijk betrekking hebbende maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm.

Onbekendheid met een bepaalde wettelijke regel kan in dit verband mede van belang zijn. Zo is het  bijvoorbeeld aan de bestuurder om in het kader van zijn verweer aan te voeren dat hij niet op de hoogte was van het feit dat een faillissement terugwerkt tot 00:00 uur van de dag waarop het is uitgesproken.

Pauliana

Het voorgaande betekent echter niet dat u zich als ontvanger van de betaling helemaal geen zorgen hoeft te maken, als u de betaling op uw bankrekening hebt ontvangen vóór de dag van het faillissement van de debiteur.

De curator heeft namelijk de bevoegdheid om in sommige gevallen betalingen die zijn uitgevoerd vóór het faillissement te vernietigen door middel van een bijzonder actie, de zogenaamde Actio Pauliana (kortweg: Pauliana). Daarbij dient een onderscheid te worden gemaakt tussen verplichte en onverplichte rechtshandelingen.

Onverplichte rechtshandelingen
Onverplichte rechtshandelingen zijn rechtshandelingen die verricht zijn zonder dat daartoe een rechtsplicht bestond. Een voorbeeld hiervan is de betaling door de debiteur van een vordering die nog niet opeisbaar is, omdat de betalingstermijn op de factuur nog niet is verstreken.

De curator dient dan te stellen en te bewijzen dat de andere schuldeisers door de betaling zijn benadeeld in hun verhaalsmogelijkheden, wat de gefailleerde vennootschap én de schuldeiser wisten of behoorden te weten. Deze wetenschap doet zich voor als ten tijde van de betaling het faillissement én een tekort daarin met een redelijke mate van waarschijnlijkheid waren te voorzien voor zowel de later gefailleerde debiteur als de schuldeiser.

Verplichte rechtshandelingen
Verplichte rechtshandelingen zijn rechtshandelingen die verricht zijn, terwijl dat daartoe wel een rechtsplicht bestond, bijvoorbeeld de betaling van een opeisbare vordering, omdat de betalingstermijn op de factuur is verstreken. In dergelijke gevallen heeft u op grond van de met de debiteur gesloten overeenkomst recht op betaling door de debiteur en moet deze debiteur u betalen.

Ook in dergelijke gevallen kan een curator de betaling terugvorderen als u (1) wist dat het faillissement van de debiteur was aangevraagd, of (2) in het geval u en de debiteur samen het oogmerk hebben u boven andere schuldeisers te begunstigen, ook wel samenspanning genoemd.

Selectief betalen

In beginsel is de bestuurder bevoegd zelf te bepalen welke schuldeisers worden betaald, en welke schuldeisers niet. Echter, indien een bestuurder in het zicht van een faillissement betalingen gaat doen aan concernvennootschappen of bevriende relaties, kan de curator de bestuurder in privé aansprakelijk houden voor het doen van dergelijke selectieve betalingen. Bij selectieve betaling is de curator echter niet bevoegd het betaalde bedrag terug te vorderen van de schuldeiser die de betaling ontving, tenzij er sprake is van paulianeus handelen.

Conclusie

Op grond van het bovenstaande kan worden vastgesteld dat u een betaling van een debiteur, die later failliet gaat, terug dient te betalen aan de curator, indien:

1.     u de betaling op de dag van het faillissement of later hebt ontvangen;
2.     uw vordering op de debiteur nog niet opeisbaar was, en de curator weet te bewijzen dat de andere schuldeisers door de betaling zijn benadeeld in hun verhaalsmogelijkheden, wat u én de debiteur wisten of behoorden te weten.
3.     uw vordering op de debiteur opeisbaar was, en de curator weet te bewijzen dat u wist dat het faillissement van de debiteur was aangevraagd;
4.     uw vordering opeisbaar was, en de curator weet te bewijzen dat u en de debiteur het oogmerk hadden u boven andere schuldeisers van de debiteur te begunstigen.

Mocht u worden geconfronteerd met een curator die van u een door u ontvangen betaling terugvordert en u daarover vragen heeft, dan kunt u uiteraard contact opnemen met een van de advocaten.

Gerelateerde actualiteiten