Persbericht: DeHaan Advocaten in beroep tegen uitspraak Raad van Discipline in zaak Waardevermindering

9 januari 2018

Maandag 8 januari 2018 heeft de Raad van Discipline Noord – Nederland uitspraak gedaan in de zaak die de Deken heeft aangespannen tegen DeHaan Advocaten rond de procedure aangaande schade van woningeigenaren ten gevolge van waardevermindering door aardbevingen. De Raad van Discipline heeft geoordeeld dat er in deze zaak sprake zou zijn van een niet toegestane succesfee. DeHaan zal in deze zaak in hoger beroep gaan. DeHaan benadrukt dat er voor de deelnemers in de Stichting WAG geen nadelige gevolgen zullen zijn. Deze uitspraak heeft ook geen gevolgen voor de deelnemers aan de claim voor immateriële schade door de aardbevingen.

DeHaan heeft samen met de Stichting WAG (Waardevermindering door Aardbevingen Groningen) een systeem ontwikkeld waardoor het voor gewone burgers mogelijk werd tegen een eenmalige vergoeding van honderd euro en een succesfee achteraf, te procederen tegen een zeer machtige tegenpartij als de NAM, bijgestaan door het grootste advocatenkantoor van Nederland, De Brauw Blackstone Westbroek. Dit systeem houdt in dat er een ‘mandje’ gevuld werd met enerzijds de vergoeding van honderd euro (betaald door de deelnemers) en anderzijds met vergoedingen afkomstig van de rechtsbijstandsverzekeraars en woningbouwcorporaties. Deze geldstromen maken het mogelijk dat de procedurekosten worden gedekt en dat aan de behandelende advocaten een salaris kan worden betaald.

Dit systeem is gebaseerd op de uitspraak van het Hof van Discipline uit 1998, waarbij het Hof van Discipline de methodiek heeft toegestaan.

De Raad van Discipline (1 onafhankelijke rechter en vier advocaten) heeft in zijn beslissing van 8 januari 2018 geoordeeld dat het systeem van een vergoeding van honderd euro vooraf en een succesfee achteraf in strijd zou zijn met de gedragsregels van de advocatuur. De Raad heeft daarbij geen rekening gehouden met het boven omschreven ‘mandje’.

De Raad heeft daarnaast geoordeeld dat er sprake zou zijn van een te grote verwevenheid tussen kantoor DeHaan en de Stichting WAG. De Raad gaat eraan voorbij dat de onafhankelijkheid van de Stichting WAG reeds door de Rechtbank Noord – Nederland in haar uitspraak van 2 september 2015 (tegen de NAM) is vastgesteld.

DeHaan herkent zich op geen enkele wijze in de uitspraak van de Raad van Discipline, die ook feitelijke onjuistheden bevat. DeHaan zal daarom hoger beroep instellen.

DeHaan zal zich op alle mogelijke manieren blijven inzetten voor het recht van de gedupeerden van aardbevingen. Dit betekent dat er voor de gedupeerden in het aardbevingsgebied geen nadelige gevolgen van deze uitspraak zullen zijn. DeHaan vindt het extra wrang dat de gedupeerden op de dag van een nieuwe zware beving (3,4) met een dergelijke onduidelijkheid worden geconfronteerd. De deelnemers aan de Stichting WAG kunnen op DeHaan blijven rekenen.