Persbericht: Tuchtzaak krijgt principe-uitspraak

25 juni 2018

Vrijdag 22 juni jl. diende in Utrecht de tuchtzaak tegen DeHaan Advocaten en Notarissen inzake de gehanteerde beloningsstructuur in de procedure aangaande schade van woningeigenaren ten gevolge van waardevermindering door aardbevingen.

DeHaan had bij het Hof van Discipline, de hoogste tuchtrechter, beroep aangetekend tegen een beslissing van de Raad van Discipline Noord – Nederland eerder dit jaar, waarin werd geoordeeld dat de tariefstructuur die DeHaan toepast met deelnemers aan de Stichting WAG (Waardevermindering door Aardbevingen Groningen) in strijd zou zijn met de Gedragsregels voor de advocatuur.

Samen met Stichting WAG ontwikkelde DeHaan een systeem waardoor het in een massaclaim voor gewone burgers mogelijk werd tegen een eenmalige inleg van honderd euro en een succesfee achteraf van maximaal 10%, te procederen tegen een machtige tegenpartij als de NAM. Het systeem is gebaseerd op de uitspraak van het Hof van Discipline uit 1998, waarbij het Hof een dergelijke methodiek in individuele gevallen heeft toegestaan.

Het Hof van Discipline besloot vrijdag de zaak niet als een op zich staande casus te bezien, maar het als een proefproces te behandelen om zo een principiële uitspraak te kunnen doen over het kader waarbinnen het voor advocaten in het algemeen is toegestaan om met een succesfee te werken in een massaclaim.

Een belangrijke bijdrage aan de beslissing van het Hof van Discipline vormde een opinie van professor Bauw, die door DeHaan als productie in het geding is gebracht. De opinie is als download toegevoegd onderaan dit nieuwsbericht. Bauw stelt dat er een maatschappelijke behoefte is om voor grote groepen claimanten een mogelijkheid te bieden tegen een laag risico hun recht te halen tegen grote, financieel draagkrachtige partijen. De huidige wet- en regelgeving voorziet hierin op dit ogenblik onvoldoende, terwijl de wetgever wel de bedoeling heeft om de toegang tot het recht zo laagdrempelig mogelijk te maken. Het zou volgens Bauw gepast zijn de uitleg van de regelgeving zodanig te herzien dat de methodiek, zoals die door DeHaan en Stichting WAG is toegepast, onder nog nader te stellen voorwaarden kan worden goedgekeurd.

Op 7 september aanstaande doet het Hof van Discipline uitspraak.