Autoriteit Persoonsgegevens legt BKR recordboete op

10 juli 2020

Afgelopen maandag heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) Stichting BKR een recordboete opgelegd van € 830.000 wegens schending van de Algemene verordening gegevensbescherming. De opgelegde boete is de hoogste die de AP kan opleggen in de categorie „recht op inzage”.

De overtreding van het BKR

Het BKR beging de overtreding in de periode van mei 2018 tot eind april 2019 door mensen een vergoeding te laten betalen bij het digitaal opvragen van hun kredietgegevens. Daarnaast kon men maximaal eens per jaar per post een kosteloos verzoek indienen ter inzage van hun kredietgegevens. Volgens de AP wierp het BKR met deze handelswijze een te hoge drempel op voor mensen die hun kredietgegevens wilden inzien. In haar rapport draagt de AP verschillende redenen aan waarom volgens haar sprake is van een overtreding van de AVG. Een van deze gronden betreft het bepaalde in artikel 12 lid 5 AVG. Op grond van voornoemd artikel hat het BKR de gratis mogelijkheden tot inzage niet mogen beperken tot één keer per jaar. Beperkingen zijn slechts mogelijk als de verzoeken “kennelijk ongegrond of buitensporig zijn, met name vanwege hun repetitieve karakter” (artikel 12 lid 5 AVG). Dat was in deze situatie niet aan de orde.

Aangepaste werkwijze

Het BKR heeft haar werkwijze inmiddels al een geruime tijd aangepast. Sinds mei 2019 kunnen mensen gratis digitaal inzage krijgen in de op hun betrekking hebbende kredietgegevens. Het BKR heeft laten weten het niet eens te zijn met de opgelegde boete en stapt naar de rechter. Het besluit van de AP is hiermee nog niet definitief.

Twijfelt u eraan of u binnen uw bedrijf op een correcte wijze gehoor geeft aan een verzoek tot inzage? Laat het ons weten! Neem vrijblijvend contact op met één van onze privacy specialisten, wij denken graag met u mee.

Gerelateerde actualiteiten