Arbeidsrecht update | Onterecht studiekosten ingehouden | Werkgever mag werknemer niet voor 0,01% arbeidsongeschikt houden

7 augustus 2023

Lees in één minuut de ontwikkelingen van de afgelopen week:

Onterecht studiekosten ingehouden op eindafrekening

De Rechtbank Noord-Holland oordeelde in een zaak waarbij werkneemster betaling van het ingehouden loon en vakantiegeld vordert. De werkneemster stelt dat de studiekosten onterecht zijn verrekend met de eindafrekening, omdat er geen nieuw studiekostenbeding is overeengekomen.

Werkneemster gaat op 29 maart 2021 een leer-arbeidsovereenkomst aan met de werkgever die duurt tot 1 augustus 2022. In de overeenkomst is bepaald dat na het behalen van het diploma en bij voldoende formatieruimte de leer-arbeidsovereenkomst wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. In deze leer-arbeidsovereenkomst is een studiekostenbeding opgenomen voor de kosten van de opleiding. In dit studiekostenbeding staat dat de gehele kosten terugbetaald moeten worden door de werkneemster als zij vóór de afronding van de opleiding de arbeidsovereenkomst opzegt.

De kantonrechter zegt het volgende. De leer-arbeidsovereenkomst is van rechtswege geëindigd per 1 augustus 2022. De werkgever heeft per 1 augustus 2022 een nieuwe arbeidsovereenkomst aangeboden, waarin geen studiekostenbeding is opgenomen. Er is onvoldoende gebleken dat sprake is van een stilzwijgende afspraak, nu werkneemster in eerste instantie niet op het aanbod van de werkgever is ingegaan. Dit maakt dat volgens de kantonrechter partijen het studiekostenbeding niet (stilzwijgend) opnieuw zijn overeengekomen. De kantonrechter is van oordeel dat de werkgever onterecht de studiekosten heeft verrekend met de eindafrekening.

Werkgever mag werknemer niet voor 0,01% arbeidsongeschikt houden

De Rechtbank Den Haag oordeelde dat een werkgever niet bevoegd was om de werknemer voor 0,01% arbeidsongeschikt te houden. Werknemer heeft zich in eerste instantie op 11 januari 2021 ziekgemeld. Vanaf 18 februari 2021 is de werknemer gaan re-integreren. De opbouw in het re-integratietraject verloopt stapsgewijs naar 99,99% op 5 september 2022. Tussen 5 september 2022 en 31 oktober 2022 is de werknemer 99,99% hersteld gemeld door de werkgever. Per 31 oktober 2022 meldt de werkgever de werknemer pas volledig (100%) hersteld. Op 7 november 2022 meldt de werknemer zich opnieuw ziek. Werknemer vordert nu van de werkgever hem met terugwerkende kracht per 8 september 2022 volledig hersteld te melden.

Juridisch gezien is deze casus interessant, omdat de werknemer pas op 31 oktober 2022 volledig hersteld is gemeld en op 7 november 2022 opnieuw ziek werd. Dit betekent dat de werknemer opnieuw ziek is geworden binnen de periode van vier weken als bedoeld in artikel 7:629 lid 10 BW. Als een werknemer binnen een periode van vier weken opnieuw ziek wordt, is in beginsel sprake van een onafgebroken ziekteperiode. Dit zou concreet betekenen dat de werknemer op 11 januari 2023 een ziekteperiode van twee jaar heeft bereikt, waarna een WIA-traject in zicht komt en de arbeidsrechtelijke positie van de werknemer zwakker wordt.

De kantonrechter is van mening dat de werkgever niet bevoegd was de werknemer 0,01% arbeidsongeschikt te houden. Volgens de bedrijfsarts was na 5 september 2022 geen sprake meer van medische arbeidsongeschiktheid en zijn er geen redenen voor de werkgever om de werknemer gedeeltelijk arbeidsongeschikt te houden. De werkgever moet de werknemer daarom met terugwerkende kracht per 8 september 2022 volledig hersteld melden.

Gerelateerde actualiteiten